Das Klageverfahren

De (gewone) civiele procedure

De civiele procedure start in beginsel met een Klageschrift. Hierin zet de eiser (Kläger) zijn vorderingen uiteen en geeft hij in de Sachanträge en Klagebegründung aan waarop die vorderingen gebaseerd zijn, en waarom de gedaagde (Beklagte) zijns inziens gehouden is om aan de vorderingen te voldoen. De Klageschrift is dus het proces-inleidend gedingstuk. Het wordt opgesteld door de Rechtsanwalt van de Kläger, en vervolgens ingediend bij de bevoegde rechter, welke op zijn beurt voor de betekening van de Klageschrift zorgdraagt. Dat laatste geldt overigens voor alle opvolgende correspondentie en processtukken.
Met de betekening van de Klageschrift is de procedure anhängig. De Anhängigkeit is te onderscheiden van de Rechtshängigkeit. De Rechtshängigkeit treedt in met de ontvangst van de Klageschrift door de Geschäftsstelle (griffie) van de bevoegde rechter. De Rechtshängigkeit bewerkstelligt onder andere de Hemmung der Verjährung, althans indien en voor zover 'op zo kort mogelijke termijn' de Zustellung (betekening) plaatsvindt.
Het Duitse Klageverfahren gaat in beginsel uit van de Mündlichkeitsgrundsatz. Waar in Nederland de civiele procedure nagenoeg volledig schriftelijk afgewikkeld kan worden, geldt in Duitsland het tegenovergestelde. In de Haupttermin wordt in het bijzijn van de procespartijen en eventuele getuigen en deskundigen de zaak mondeling behandeld. Een en ander is gebaseerd op de Konzentrationsgrundsatz. Nagenoeg alles dient in het kader van een versnelde afwikkeling van de procedure middels een mondelinge zitting afgewikkeld te worden, zodat de rechter actief op zoek naar de waarheid kan gaan. Bij spoed kan de voorzitter een zogenaamde 'frühe erster Termin' bepalen. In de andere gevallen beveelt het das schriftliche Vorverfahren. De schriftelijke stukken zijn dus slechts de voorbereiding op de mündliche Verhandlung im Haupttermin.
Na de betekening van de Klageschrift verloopt de procedure bij het schriftliche Vorverfahren in zekere zin zoals in Nederland: de Beklagte krijgt een aanhouding van 2 weken om aan te geven of hij tegen de vorderingen verweer wenst te voeren. Laat hij verstek gaan, dan volgt een verstekvonnis (Versäumnisurteil). Geeft hij aan verweer te willen voeren, dan hebben we te maken met een streitiges Klageverfahren, en krijgt de Beklagte een nadere termijn van 2 weken voor het indienen van zijn antwoord (Klageerwiderung). Ook kan de Beklagter (uit proces-economische overwegingen) aangeven de vordering (al dan niet geheel) te erkennen. Er volgt dan een Anerkenntnisurteil. Hiermee voorkomt hij, dat hij in de volledige proceskosten wordt veroordeeld. Overigens kan de Beklagte ook een tegenvordering (Widerklage) indienen. Een en ander is dan vergelijkbaar met de Nederlandse procedures in conventie en reconventie.

Na de Klageerwiderung zal de rechter een comparitie van partijen (Gütetermin) gelasten. Meestal wordt deze, voor zover geen regeling wordt getroffen, aansluitend gelijk gevolgd door de Haupttermin.
De Haupttermin is de belangrijkste procesgebeurtenis. In de Haupttermin worden namelijk de Anträge gesteld, dus de Antrag auf Verurteilung en de Antrag auf Klagabweisung. De Haupttermin wordt met de Antragstellung ingeleid (§ 137 Abs. 1 ZPO). De Antragstellung is noodzakelijk voor het verkrijgen van een vonnis op tegenspraak. Na de Antragstellung verliest eiser het recht de procedure eenzijdig in te trekken. De gedaagde verliest zijn rechten op het voorbrengen van excepties.

De Duitse rechter is beduidend minder lijdelijk dan zijn Nederlandse collega. De Duitse rechter gaat actief op zoek naar een oplossing van het aan hem voorgelegde geschil. Hij is wettelijk verplicht beide partijen te attenderen op processuele en inhoudelijke onvolkomenheden en belemmeringen. De Rechtsanwalt moet op iedere aanwijzing van de rechter reageren en anticiperen, ook als hij diens (rechts)opvattingen en conclusies niet deelt of zelfs voor onzinnig houdt. Het staat partijen vrij om in, en zelfs na de Haupttermin, nog schriftelijke stukken in te dienen. De rechter kan die echter desgewenst buiten beschouwing laten.

In het Duitse Klageverfahren zijn de bewijsmiddelen limitatief geregeld:
  • S = Sachverständigengutachten (deskundigenbewijs)
  • A = (richterliche) Augenschein (hetgeen de rechter ter zitting en/of descente hoort en ziet) en de amtliche Auskunft
  • P = Parteivernehmung (partijgetuige)
  • U = Urkundenbeweis (schriftelijk bewijs)
  • Z = Zeugenbeweis (getuigen)
Behoudens in het geval van een gerechtelijke regeling eindigt het ordentliche Klageverfahren na de Hautpttermin met een Urteil en een Prozesskostenbeschluss. In het Urteil worden de vorderingen - al dan niet volledig - toe- of afgewezen. Tevens bevat het Urteil een uitspraak over de verdeling van de proceskosten. Deze verdeelsleutel wordt vervolgens in de Prozesskostenbeschluss toegepast en in bedragen omgezet. Urteil en Prozesskostenbeschluss zijn beide executoriale titels en kunnen desnodig via de deurwaarder (Gerichtsvollzieher) ten uitvoer gelegd worden.
Berufung: is in beginsel slechts mogelijk tegen Endurteile (eindvonnissen). De Berufung dient binnen uiterlijk 1 maand sedert Zustellung (betekening) ingesteld te worden. De Berufungsgründe (grieven) dienen binnen 2 maanden na Zustellung geformuleerd te worden. Sedert 01.01.2002 (invoering ZPO-Reformgesetz) is het Berufungsgericht in beginsel gebonden aan de feitenvaststelling door de lagere rechter (devolutieve werking). De Berufung is gericht op foutencontrole en foutencorrectie.

Voor meer informatie over rechtsmiddelen klik hier

Belangrijke vraagstukken

Heeft U nog vragen? Laat het ons weten via het contact-formulier.