Strafprozessrecht
Zeugen im Strafverfahren

Getuigen in een Duitse strafzaak

Het Duitse procesrecht kenmerkt zich door het 'Prinzip der Mündlichkeit'; zo ook het straf(proces)recht. De Duitse rechter dient zelf een onderzoek te doen naar de strafbaarheid van feit en dader. De schuld van de dader moet hem blijken; maar de overtuiging van de rechter is dan ook voldoende voor een veroordeling. Er hoeft dus geen onomstotelijk bewijs te zijn. Daarom moeten de bewijsmiddelen ter zitting aan hem gepresenteerd worden. En getuigen en deskundigen moeten mondeling verklaren en verslag uitbrengen. De verdachte en zijn Verteidiger hebben het recht de getuigen ter zitting vragen te stellen en aan de tand te voelen. Meestal worden geen of slechts enkele vragen gesteld, maar een dergelijke ondervraging, ook door de Strafverteidiger, kan ook wel eens uren, en sporadisch zelfs dagen, duren. De rechter zal dit fundamentele recht van de verdediging niet zonder dringende noodzaak beperken.

Getuige en politie

Tot 24.08.2017 waren getuigen niet verplicht om op een oproeping van de Duitse politie om als getuige te verschijnen, gehoor te geven, laat staan een getuigenverklaring af te leggen.
Na een wetswijziging in 2017 is § 163 StPO echter in die zin gewijzigd, dat getuigen niet alleen verplicht zijn om te verschijnen bij een (Ermittlungs)Richter of Staatsanwalt, maar ook bij de Polizei. Er bestaat dus nu sowieso een Erscheinenspflicht', althans ... indien en voorzover uit de oproeping blijkt, dat aan de oproeping een opdracht van de Staatsanwaltschaft ten gronde ligt.
En anders dan de verdachte, mag een getuige niet liegen. De Erscheinenspflicht geldt niet voor niet-ingezeten getuigen, althans deze is niet afdwingbaar.
De verschijnende getuige heeft wel het recht om te zwijgen op individuele vragen, echter alleen als hij met zijn antwoord de verdenking over zichzelf zou afroepen. Dat gevaar moet de getuige trouwens desgevraagd onderbouwen! Uiteindelijk beslist de Staatsanwaltschaft.
Ook een getuige kan zich van juridische bijstand voorzien (de zgn. 'Zeugenbeistand').

Verplichting om te verschijnen ter terechtzitting?

De in Duitsland wonende getuige is verplicht om desgevorderd ter zitting te verschijnen en een getuigenverklaring af te leggen; dus ook wanneer hij niet de Duitse nationaliteit bezit. Ingevolge § 51 StPO kan de rechter degene die daaraan geen gehoor geeft hiertoe alsnog dwingen, en wel middels een zogenaamd Ordnungsgeld (subsidiair Ordnungshaft) en arrestatiebevel met voorgeleiding). Daarnaast kunnen hem de door zijn niet-verschijnen veroorzaakte kosten opgelegd worden. De Duitse Staat moet echter wel over de betreffende getuige de 'Territorialhoheit' of 'Personalhoheit' bezitten.
Op basis van de rechtshulpverdragen tussen Nederland en Duitsland kan Duitsland via de Personalhoheit over zijn burgers de uitlevering van een Duitse getuige verzoeken. De Duitse justitie heeft echter geen zeggenschap over niet-Duitse getuigen die in het buitenland, bijvoorbeeld in Nederland, woonachtig zijn; zogenaamde 'Auslandszeugen'. Dergelijke getuigen (à charge of à decharge) kunnen niet, hoewel het veelal wel expliciet in de oproeping (Ladung) voor de zitting vermeld staat, tot het verschijnen of het afleggen van een verklaring gedwongen worden. Er kan hooguit een rechtshulpverzoek aan de Nederlandse autoriteiten worden gedaan. In zo'n geval zou een getuigenverhoor (in het bijzijn van de raadsman/raadsvrouw) in Nederland ten overstaan van een Nederlandse Rechter-Commissaris kunnen plaatsvinden. Daarbij kan de Duitse rechter en de Staatsanwalt aanwezig zijn, maar meestal zijn de vragen die men beantwoord wilt zien op schrift gesteld. De getuigenis kan dan via § 251 StPO in de Duitse strafzaak invloeien, ondanks het feit dat de betreffende getuige niet tijdens de mondelinge behandeling gehoord wordt. Mogelijk is ook een verhoor per video-conferentie (§ 247a StPO) tijdens de mondelinge behandeling, mits een en ander plaatsvindt vanuit bijvoorbeeld een Nederlandse rechtszaal. De Nederlandse rechter dient dan enkel nog de personalia van deze Auslandszeuge vast te stellen en de rechten van de getuige te waarborgen.

Consequenties bij niet-verschijnen van een in het buitenland wonende (niet-Duitse) getuige

In het merendeel van de gevallen gebeurt bij niet-verschijnen van een in het buitenland wonende (niet-Duitse) getuige helemaal niets (meer): de betreffende getuige als bewijsmiddel valt weg, en de rechter moet zijn beslissing op de andere bewijsmiddelen baseren. Aan een in het buitenland woonachtige getuige die niet de Duitse nationaliteit bezit, kan de Duitse (straf)rechter géén Ordnungsgeld en/of Ordnungshaft opleggen. Hetzelfde geldt voor de eventuele kosten verbonden aan de zitting waarop zo'n getuige niet verschenen is: de Duitse rechter heeft geen 'zeggenschap' over een dergelijke, bijvoorbeeld Nederlandse, getuige (met woonplaats buiten Duitsland).
Zo ook: OLG Frankfurt am Main, Beschl. v. 30.10.2013 - 2 Ws 58/13
Stuur ons een bericht en wij nemen op korte termijn contact met U op.