IER
Merkenrecht

Merkenrecht

Kenmerk: het merkenrecht ziet op de bescherming van het onderscheidend karakter van een product of dienst. Middels een merk wordt het (relevante) publiek in staat gesteld het product van de één te onderscheiden van het product van de ander. Het merkenrecht ontstaat door (eerste) registratie van het merk in een nationaal merkenregister of bij een internationaal merkenbureau (bijvoorbeeld bij het bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom): het zogenaamde 'depot'. Hoe meer een merk zich weet te onderscheiden, hoe sterker - en dus economisch waardevoller - het is. Dit is de goodwill-functie van het merk. Vergelijk in dit verband een topmerk zoals Coca-Cola. Er zijn inmiddels honderden, zo niet duizenden, cola-fabrikanten, en iedere fabrikant probeert zijn eigen unieke positie in de markt te veroveren. Velen proberen mee te liften op het succes van het merk Coca-cola; slechts een handjevol slaagt erin om qua naams- c.q. merkbekendheid ook maar in de buurt van The Coca-Cola Company te komen.
Meer specifiek ...
Bij de merken wordt onderscheid gemaakt tussen individuele merken en collectieve merken. Ingevolge art.1 Eenvormige Beneluxwet op de merken (Benelux Merkenwet (BMW)) worden als individuele merken beschouwd: 'de benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of van verpakken, en alle andere tekens die dienen om de waren van een onderneming te onderscheiden'.
Als collectieve merken worden beschouwd: 'alle tekens, die aldus bij het depot worden aangeduid en die dienen om één of meer gemeenschappelijke kenmerken te onderscheiden van waren, afkomstig van verschillende ondernemingen, die het merk onder toezicht van de houder van het collectieve merk aanbrengen'. Een voorbeeld van een collectief merk is het wolmerk.

In het dagelijks verkeer zijn de individuele merken veruit het belangrijkst. Individuele merken hebben dus een onderscheidingsfunctie en een goodwill-functie. Een merk biedt echter geen waarborgen voor bijvoorbeeld productie door de merkhouder zelf, of een bepaalde kwaliteit of samenstelling van het product. Het merkenrecht biedt de houder ervan het exclusieve recht om het merk ten eigen nutte te gebruiken en te beschermen.
De exclusieve merkrechten worden in het internationale economische verkeer veelal aangeduid middels ™ (unregistered trademark) of ® (registered trademark). De beschermingsduur bedraagt in beginsel 10 jaar. In afwijking van de andere intellectuele eigendomsrechten kan het depot echter telkens weer verlengd worden, waardoor de theoretische beschermingsduur dus kan oplopen tot oneindig lang.

Overigens kan een depot van een merk ook geweigerd worden en wel omdat:
• het ieder onderscheidend vermogen mist;
• het beschrijvend van aard is;
• het misleidend is of in strijd met de openbare orde of goede zeden.
Naast de warenmerken staan de dienstmerken. Een dienstmerk dient ter onderscheiding van diensten. Daast zijn er nog diverse andere soorten 'merken' , zoals keurmerken, waarborgmerken en eigendomsmerken. Dit soort merken zijn evenwel geen merken in de zin van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom, de Eenvormige Beneluxwet op de merken, noch merken in de zin van EEG-Richtlijn Nr. 89/104.
Meer informatie nodig? Stuur een bericht.