Strafprozessrecht
Untersuchungshaft
Een Pflichtverteidiger is geen gekozen raadsman (Wahlverteidiger), maar een Strafverteidiger, die door de rechter in een geval van "notwendige Verteidigung" in de zin van § 140 StPO aan de verdachte wordt toegewezen. De verdachte kan daarbij zijn voorkeur voor een bepaalde Verteidiger kenbaar maken.
De Pflichtverteidiger kan rechtstreeks bij de Duitse Staat declareren. Mocht de verdachte onverhoopt veroordeeld worden, dan zal deze de voorgeschoten kosten alsnog op de veroordeelde verdachte verhalen; behoudens wanneer het jeugdstrafrecht is toegepast. De Pflichtverteidiger mag trouwens ook bijkomende financiële afspraken met de verdachte maken.

Die Untersuchungshaft - Voorarrest -

Wat is de Untersuchungshaft (U-Haft) en waar is deze geregeld?

Een verdachte tegen wie een opsporingsonderzoek loopt, of tegen wie een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) c.q. Europäischer Haftbefehl (EHB) is uitgevaardigd, kan op vordering van de Staatsanwaltschaft in voorarrest worden geplaatst. Dit vindt plaats na voorgeleiding aan een rechter, welke dient te controleren of aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan, en daarmee dus de (grond)rechten van de verdachte zijn gewaarborgd. Deze voorgeleiding vindt nagenoeg altijd plaats ten overstaan van een daartoe aangestelde rechter bij een Amtsgericht, de zogenaamde Ermittlungsrichter. De Staatsanwaltschaft vordert in het belang van het onderzoek de arrestatie (Verhaftung) van de verdachte, en diens voorarrest (Untersuchungshaft).
De wettelijke regeling van de Untersuchungshaft (U-Haft) is te vinden in de §§ 112 ff. StPO. Daaruit volgt, dat de Untersuchungshaft uitsluitend dient "zur Verfahrenssicherung", dus ter veiligstelling van de wetsconforme uitvoering van het strafrechtelijke onderzoek tot aan de eindbeslissing.

Dit impliceert allereerst, dat er een door de bevoegde rechter afgegeven schriftelijk arrestatiebevel (Haftbefehl) dient te zijn. Deze wordt in de meeste gevallen op vordering van de Staatsanwaltschaft afgegeven door de (Strafrichter als) Ermittlungsrichter in wiens jurisdictiegebied de verdachte zich op dat moment bevindt of die bevoegd is van de hoofdzaak kennis te nemen (§ 125 Abs. 1 StPO).
Dat eerste hoeft dus niet noodzakelijkerwijs de Ermittlungsrichter te zijn van de plaats waar de verdere opsporing en/of verdere vervolging zal plaatsvinden (denk bijvoorbeeld aan de overlevering van verdachten vanuit Nederland naar Duitsland, waarbij direct na de fysieke overlevering een Haftbefehl door de dichtstbijzijnde Ermittlungsrichter wordt afgegeven).

Nadat het Hauptverfahren is gestart, en dus de dagvaarding is uitgebracht, gaat de bevoegdheid inzake (de opheffing/schorsing van) de Untersuchungshaft over op de rechter ten overstaan waarvan de behandeling ter terechtzitting plaatsvindt.
De wettelijke voorwaarden voor de Untersuchungshaft zijn:
  • dringender Tatverdacht (i.e. hoogste graad van verdenking)
  • Vorliegen eines Haftgrundes (i.e. het bestaan van een grond voor voorarrest)
  • Verhältnismäßigkeit (evenredigheid tussen duur vrijheidsontneming en te verwachten straf)

De Haftgründe an sich zijn gericht op het veiligstellen van de vervolging en berechting (in Duitsland), en zijn:
  • Flucht (het daadwerkelijk onttrekken aan de vervolging en berechting door voortvluchtigheid)
  • Fluchtgefahr (gevaar voor onttrekking aan de vervolging en berechting door voortvluchtigheid)
  • Verdunklungsgefahr (gevaar door het verdonkeremanen van bewijs)
  • Kapitalverbrechen
  • Wiederholungsgefahr (i.e. recidivegevaar)

Een Duitse strafzaak dient in aanwezigheid van de verdachte plaats te vinden (Anwesenheitsprozess). Zou hij zich aan de Duitse Justitie kunnen onttrekken, dan zou hij daarmee de behandeling ter terechtzitting, en dus de gehele strafzaak, kunnen torpederen. Dat dient voorkomen te worden, en dus zijn Flucht en Fluchtgefahr logische Haftgründe. De Fluchtgefahr bij buitenlanders manifesteert zich trouwens al doordat de meeste buitenlanders geen enkele binding met Duitsland hebben (geen werk, geen eigen woning en geen familie in Duitsland). Er is dus niets, dat de buitenlandse verdachte hindert aan het blijvend ontvluchten van het Duitse grondgebied.

Verdunklungsgefahr - dus het enkele gevaar, dat de verdachte bewijs manipuleert - manifesteert zich in onoirbaar gedrag van de verdachte, bijvoorbeeld door het "bewerken" van getuigen en mede-verdachten, het wegmaken van zaken, etc..

Auferlegung von haftbezogene Beschränkungen - Oplegging van beperkingen
In nagenoeg alle gevallen van enige betekenis, en in het belang van het onderzoek, legt de Haftrichter de verdachte op vordering van de Staatsanwaltschaft bovendien zogenaamde "haftbezogene Beschränkungen" (§ 119 StPO) op.

(1) Soweit dies zur Abwehr einer Flucht-, Verdunkelungs- oder Wiederholungsgefahr (§§ 112, 112a) erforderlich ist, können einem inhaftierten Beschuldigten Beschränkungen auferlegt werden. Insbesondere kann angeordnet werden, dass 1. der Empfang von Besuchen und die Telekommunikation der Erlaubnis bedürfen, 2. Besuche, Telekommunikation sowie der Schrift- und Paketverkehr zu überwachen sind, 3. die Übergabe von Gegenständen bei Besuchen der Erlaubnis bedarf, 4. der Beschuldigte von einzelnen oder allen anderen Inhaftierten getrennt wird, 5. die gemeinsame Unterbringung und der gemeinsame Aufenthalt mit anderen Inhaftierten eingeschränkt oder ausgeschlossen werden. Die Anordnungen trifft das Gericht....
Het doel van de Beschränkungen is uiteraard niet het leven van de verdachte zuur te maken, maar om controle uit te oefenen op de contacten van de verdachte met derden, waaronder de buitenwereld en eventuele mede-verdachten. Zo kan onder meer het bezoek- en telefoonrecht afhankelijk worden gesteld van voorafgaande toestemming. Daarenboven kan bepaald worden, dat een en ander uitsluitend bewaakt mag plaatsvinden, en dat de verdachte geen contact mag hebben met mede-verdachten of mede-gevangenen in de betreffende gevangenis.

De beperkingen worden opgelegd door de Haftrichter en hij is ook degene die beslist over de naleving hiervan. Echter, in de praktijk wordt het toezicht op de naleving overgedragen aan de Staatsanwaltschaft, en feitelijk aan de leiding van de betreffende Justizvollzugsanstalt (JVA). Besuchsscheine (bezoekverloven) en Telefon- und Skype-Erlaubnisse moeten schriftelijk bij de Staatsanwaltschaft worden aangevraagd (door de verdachte zelf of door de bezoekers). Brieven van en aan de verdachte, evenals de opgenomen telefoongesprekken, worden regelmatig aan de Staatsanwaltschaft voorgelegd ter controle (en kunnen desnodig ook als bewijsmiddel gebruikt worden). Bezoekgesprekken moeten normaliter in de Duitse taal gevoerd worden, zodat door de bezoekers vooraf een tolk geregeld dient te worden, die zij overigens zelf moeten betalen.

Rechtsmiddelen
Uiteraard hoeft een verdachte het voorarrest niet zonder meer over zich heen te laten komen.

Het Duitse strafprocesrecht biedt de verdachte en de verdediging mogelijkheden om tegen de Haftbefehl, althans de Untersuchungshaft, op te komen. Zo zijn er:
  • die Haftprüfung (§ 117 StPO)
  • die Haftbeschwerde (§ 304 ff. StPO),
    • desnodig gevolgd door de weitere Beschwerde (§ 310 StPO)

De Antrag auf Haftprüfung kan in feite zo vaak gesteld worden als noodzakelijk wordt geacht. Het is de Haftrichter zelf die de Antrag onderzoekt en daarop beslist. Daarbij volgt hij uiteraard de eerdere voorwaarden en gronden om überhaupt tot een Haftbefehl en Untersuchungshaft te kunnen komen. Aangezien het dezelfde rechter is die beslissen moet, is de Haftprüfung bij uitstek geschikt in geval van nieuwe feiten en/of gewijzigde inzichten.
De Haftrichter kan de Antrag afwijzen, of beslissen tot een Aufhebung des Haftbefehls (opheffing van het arrestatievel) of een Aussetzung (opschorting), al dan niet tegen voorwaarden.

De Haftbeschwerde wordt ingediend, wanneer de verdachte van mening is, dat überhaupt geen Haftbefehl had mogen worden afgegeven. De Haftbeschwerde wordt daarom ingediend bij de hogere rechter, dus in beginsel bij het Landgericht (LG).
Gaat deze niet "om", dan kan aansluitend hiertegen "weitere Beschwerde" worden ingediend bij het bevoegde Oberlandesgericht (OLG).
Kaution - Borgtocht
In sommige strafzaken is het mogelijk een Aussetzung (opschorting van de tenuitvoerlegging) van de Haftbefehl, en daarmee dus van de Untersuchungshaft, te bereiken door het aanbieden van een een borgtocht (Kaution) in de zin van § 116a StPO. Dit is echter afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval. Zo zal een buitenlander die verdacht wordt van oplichting of een plofkraak, minder snel in aanmerking komen voor vrijlating op borgtocht, terwijl dat bij bijvoorbeeld eenvoudige drugszaken eerder zal lukken. Een en ander is overigens ook afhankelijk van de persoon van de verdachte. De Sicherheitsleistung (zekerheid) an sich is dus niet voldoende. De hoogte van de Kaution is ook weer afhankelijk van verschillende factoren, zoals de gegoedheid van de betrokkene en/of diens familie. Waar bij de ene verdachte een Kaution van Euro 1.000 voldoende wordt geacht, is dat bij de ander bijvoorbeeld Euro 25.000 of zelfs hoger.
Stuur ons een bericht en wij nemen op korte termijn contact met U op.