Het Duitse strafproces is gericht op de aanwezigheid van de verdachte en de bewijsmiddelen (met name de getuigen) tijdens de behandeling ter terechtzitting. Dit is een weloverwogen keuze van de wetgever geweest, maar leidt er in de praktijk wel toe dat de behandeling van zwaardere zaken veelal meerdere, zo niet tientallen, dagen kan duren.
In de praktijk heeft zich daarom een handelwijze ontwikkeld, waarbij verdediging (
Verteidigung) en "Openbaar Ministerie" (
Staatsanwaltschaft) nog vóór de eerste zitting gesprekken met elkaar voeren, waarbij bezien wordt hoe de zaak op een voor alle betrokkenen aanvaardbare wijze afgewikkeld kan worden. Daarbij moet met name gedacht worden aan afspraken over strafvermindering of een strafplafond bij een bekennende verklaring (
Einlassung) zijdens de verdachte. Hierdoor weet de
Staatsanwaltschaft een tijdsintensieve bewijsvergaring te vermijden, en weet de verdachte (ongeveer) waar hij aan toe is. Ongeveer, want het is natuurlijk de rechter die de uiteindelijke beslissing velt. Daarbij laat de rechter zich in beginsel leiden door hetgeen de 'partijen' in hun "deal" zijn overeengekomen.
De "
Verständigung" kan ook pas tijdens de zitting, in het bijzijn van de rechter, maar in afwezigheid van de verdachten en uiteraard met uitsluiting van het publiek, gevoerd worden tijdens zogenaamde "
Rechtsgespräche". Daarin worden dan de uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden kort tegen het licht gehouden en hypothetisch voor aannemelijk, of juist voor onwaarschijnlijk, gehouden.
Besproken wordt, wat een en ander uiteindelijk voor de verdachte zou kunnen betekenen. En bezien wordt of bij meerdere ten laste gelegde feiten, waarbij minimaal één feit tot een veroordeling zou kunnen leiden, niet een of meerdere andere feiten geseponeerd (
§ 154 StPO) zouden kunnen worden, zulks in ruil voor een bekennende verklaring van de verdachte ten aanzien van de waarschijnlijke feit.
De verklaring van de verdachte (
Einlassung) kan deze zelf afgeven, of door zijn
Verteidiger laten afgeven (
Verteidigererklärung). In dat laatste geval moet uiteraard wel duidelijk worden, dat het niet (enkel) de visie van de
Verteidiger is, maar de verklaring van de verdachte zelf.
De verdachte moet daarom expliciet of impliciet de inhoud van de verklaring tot de zijne maken, bijvoorbeeld doordat hij zelf een schriftelijke verklaring voorleest, of de door zijn
Verteidigung voorgelezen verklaring in de "ik"-vorm wordt afgelegd c.q. de rechter de verdachte verzoekt zijn instemming met het voorgehoudene te verklaren.
Deel van
Verständigung kan zijn, dat de verdachte géén namen van mede-verdachten en/of andere betrokkenen hoeft te noemen; hij hoeft dan alleen over zijn eigen aandeel in de beweerdelijke strafbare gedraging te verklaren.
Nadat over en weer duidelijkheid bestaat over de voorwaarden van een mogelijke deal en ook de rechter hierover zijn zienswijze heeft kenbaar gemaakt, zal de
Verteidigung het definitieve akkoord van de verdachte moeten verkrijgen. Aansluitend wordt dit kenbaar gemaakt aan de rechter en
Staatsanwaltschaft.
Ten slotte zal de rechter, in het bijzijn van alle betrokkenen en het publiek, de resultaten van de
Verständigungsgespräche, en dus van een al dan niet bereikte deal, ter zitting kenbaar maken. Hiermee is dan de bandbreedte van de strafeis en strafoplegging bekend. Afhankelijk van hetgeen verder ter zitting nog kenbaar wordt, zal de rechter uiteindelijk binnen die bandbreedte beslissen. Want, er zal toch nog een inhoudelijke behandeling ter terechtzitting moeten plaatsvinden, waarbij de voor de bereikte deal noodzakelijke overige bewijsmiddelen (getuigen en schriftelijk bewijs) toch nog, al dan niet oppervlakkig, behandeld worden. Hierdoor kan een forse tijdwinst worden behaald.
De verdachte heeft hiermee in beginsel zekerheid over de maximale straf(hoogte), die hem te wachten staat.
In feite is de 'Verständigung" een koehandel, maar alle betrokkenen kunnen er in zekere zin vrede mee hebben.
Tegen deze praktijk bestonden - en bestaan nog steeds - grote bezwaren:
- de Staatsanwaltschaft dient strafbare feiten te vervolgen en voor een afdoende bestraffing van de dader zorg te dragen (Legalitätsprinzip)
- de rechter heeft een zelfstandige onderzoeksplicht; hecht hij geen geloof aan de bekentenis, dan mag hij zijn beslissing daar niet op baseren (Ermittlungsgrundsatz)
- de deal is buiten de behandeling ter terechtzitting tot stand gekomen en kan mitsdien niet door het publiek gecontroleerd worden (Grundsätze der Öffentlichkeit, Mündlichkeit und Unmittelbarkeit)
- de inachtneming van de rechten van de verdachte kan niet getoetst worden (Grundsätze des rechtlichen Gehörs, gesetzlichen Richters, und 'Fair Trial')
- de deal kan de verdachte verleiden zichzelf te belasten (Unschuldsvermutung und 'in dubio pro reo')
- vooringenomenheid van de rechter door het slagen, maar ook niet-slagen, van onderhandelingen (Befangenheit des Richters)