Insolvenzrecht
Aussonderungsrecht und Absonderungsrecht

Belangrijke rechten van de schuldeiser-leverancier

Ook het Duitse faillissementsrecht kent een bijzondere positie toe aan de schuldeiser-leverancier. Zo kan deze ook in Duitsland een beroep doen op een overeengekomen eigendomsvoorbehoud (Eigentumsvorbehalt). Veelal moeten daarbij dan wel eerst de nodige hordes genomen worden. Want niet alles wat de leverancier denkt dat overeengekomen is, is ook daadwerkelijk overeengekomen. Een beding inzake eigendomsvoorbehoud bijvoorbeeld, is veelal alleen opgenomen in algemene (verkoop)voorwaarden, en niet in de koopovereenkomst zelf. De (vorläufiger) Insolvenzverwalter zal dan ook proberen de voor hem nadelige algemene voorwaarden af te wijzen, en zo de geleverde zaken in de boedel te houden. Daarom wordt het ingeroepen eigendomsvoorbehoud van de leverancier meestal betwist. Of de leverancier wordt gepaaid met een 'Lieferantenpool'. Hem wordt dan voorgehouden dat hij geen aanspraak kan maken op afgifte van de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken, maar dat hij wel de 'unieke kans' krijgt om toe te treden tot een select groepje van leveranciers, en zo deel te nemen aan de voortzetting of doorstart van de failliete onderneming, zodat hij toch nog iets van zijn schade kan terughalen.
Als echter daadwerkelijk een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen, dan doet de leverancier er in zijn algemeenheid goed aan om dat recht ook in te roepen. Hij zal er op zijn minst zijn onderhandelingspositie mee versterken; zeker als hij toch aan de Lieferantenpool wil deelnemen.
Het Duitse recht kent drie verschillende soorten eigendomsvoorbehoud:

  • einfacher Eigentumsvorbehalt (§§ 929, 158 I BGB): hierbij gaat de eigendom op de koper over op het moment van volledige betaling van de overeengekomen koopprijs voor die zaak/zaken;
  • erweiterter Eigentumsvorbehalt (§§ 929, 158 I BGB): hierbij gaat de eigendom pas op de koper over als alle vorderingen van de verkoper voldaan zijn;
  • verlängerter Eigentumsvorbehalt: hierbij gaat de verkoper bij voorbaat akkoord met een doorverkoop/verwerking van door door hem geleverde zaak/zaken, maar bedingt en verkrijgt daarvoor in de plaats (ook) een vorderingsrecht met betrekking tot de waarde van de doorverkochte/verwerkte zaak/zaken.

Daarnaast kent Duitsland trouwens ook nog (steeds) de Sicherungseigentum (i.d.R. §§ 929, 930 BGB) en Sicherungszession (§ 398 BGB): fiduciaire eigendom en cessie van vorderingen.

Aussonderung - recht van parate executie

De Aussonderung is geregeld in de §§ 47, 48 InsO. Wie kan aantonen dat hij een beter (zakelijk of persoonlijk) recht op een zaak/goed heeft dan de failliet, en dus buiten het faillissement kan blijven, kan tegenover de (vorläufiger) Insolvenzverwalter de Aussonderung hiervan inroepen.
Het betreft een Herausgabeanspruch nach § 985 BGB; en is soort recht van parate executie. Dit impliceert natuurlijk dat de failliet niet (meer) tot het bezit van de zaak gerechtigd is. De vorläufiger Insolvenzverwalter kan (en zal) de zaken/goederen meestal wel nog onder zich houden tot de Berichtstermin (§ 107 II 1 InsO: Schutz betriebsnotwendigen Vermögens bis zum Berichtstermin). De Berichtstermin is de eerste crediteurenvergadering. Daarin stelt de vorläufiger Insolvenzverwalter zijn voorlopige bevindingen voor, en geeft hij aan of een doorstart mogelijk en zinvol is. Op basis daarvan zal de Gläubigerversammlung over de voortgang van het faillissement moeten beslissen: Eröffnungsbeschluss , met benoeming van de (definitieve) Insolvenzverwalter', of Abweisung mangels Masse.

Het Aussonderungsrecht kan effectief tegenover de Insolvenzverwalter worden ingeroepen. Daartoe moet de gerechtigde een schriftelijke Antrag auf Aussonderung bij de Insolvenzverwalter indienen. De Insolvenzverwalter is verplicht desverlangd informatie te verstrekken, althans indien en voor zover inderdaad sprake is van aussonderungsberechtigde zaken of rechten, en Aussonderung mogelijk is (bijv. in geval van eigendom, eigendomsvoorbehoud, een beperkt zakelijk recht, bezit, etc.).
Desnodig kan ook een einstweilige Verfügung tegen de Insolvenzverwalter worden aangevraagd.
Mocht de Insolvenzverwalter inmiddels de betreffende zaken of rechten vervreemd hebben, dan treedt hiervoor een vordering tegen de derde-koper, of uiteindelijk een boedelvordering, in de plaats.

Absonderung

De Absonderung is het recht om uit de opbrengst van een bepaalde zaak of recht 'vorrangig befriedigt zu werden' en is geregeld in § 49 InsO. Waar de Aussonderungsberechtigter buiten het faillissement kan blijven, wordt de Absonderungsberechtigter uit de faillissementsboedel voldaan. De Aussonderung leidt niet tot een vermindering van de boedel; de betreffende zaken of rechten hebben immers nooit tot de boedel behoort. De Absonderung betreft kredietzekerheden, zoals Grundpfandrechte, Pfandrechte (wettelijke, contractuele of Pfändungspfandrechte), de fiduciaire eigendomsoverdracht c.q. cessie tot zekerheid.
De gerechtigde dient de zekerheid af te wikkelen volgens de regels van het executierecht: meer- en minderopbrengsten vallen in het faillissement.
De rechthebbende is aan de boedel een boedelbijdrage van 9% + MwSt. (i.e. Duitse BTW) verschuldigd.
Meer informatie nodig? Stuur een bericht.