Insolvenzrecht
Verbraucherinsolvenz

De schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen

Ook Duitsland kent een regeling, waarbij aan natuurlijke personen een schone lei kan worden toegekend: das Verbraucherinsolvenzverfahren mit Restschuldbefreiung. De 'schone lei'-verklaring an sich wordt aangeduid met de term Restschuldbefreiung.

De Verbraucherinsolvenz is een vereenvoudigde procedure (§§ 304-314 InsO) en is bedoeld voor natuurlijke personen/consumenten. De Verbraucherinsolvenz is dus uitdrukkelijk niet bedoeld voor hen die als zelfstandige voor eigen rekening en risico een eigen zaak (van enige omvang) drijven. Voor laatstgenoemde categorie geldt het 'normale' Regelinsolvenzverfahren.

De schuldenaar moet reeds aantoonbaar geprobeerd hebben een buitengerechtelijke sanering (außergerichtliche Schuldenbereinigung) tot stand te brengen. Wordt het faillissementsverzoek door een schuldeiser ingediend, zal het Insolvenzgericht de schuldenaar in de gelegenheid stellen om zelf een Antrag auf Verbraucherinsolvenz mit Restschuldbefreiung in te dienen. De schuldenaar dient daarbij een saneringsplan in te dienen. Deze kan bij het ontbreken van enige aflossingscapaciteit (bijvoorbeeld bij bijstandsgerechtigden/Sozialhilfeempfängern) ook een zogenaamde Nullplan zijn, waarbij dus geen enkele uitbetaling in het vooruitzicht wordt gesteld.

Het Insolvenzgericht stuurt een en ander door naar de crediteuren, welke dan binnen een daarvoor gestelde termijn kunnen reageren. Aanvaarding geschiedt uitdrukkelijk of stilzwijgend! Gaan alle crediteuren akkoord, dan ontstaat tussen partijen een vaststellings- c.q. dadingsovereenkomst. Met het nakomen van die overeenkomst verkrijgt de schuldenaar uiteindelijk de felbegeerde Restschuldbefreiung (schone lei). Mochten bepaalde schuldeisers niet akkoord gaan, dan kan de benodigde instemming onder bepaalde omstandigheden ook vervangen worden door een daartoe dienend besluit van het Insolvenzgericht.

Lukt ook dat niet, en gaan de schuldeisers ook niet akkoord met een aangepast saneringsplan, dan rest niets anders dan de Verbraucherinsolvenz om te zetten in een 'normaal' Regelnsolvenzverfahren.

Die procedure wordt dan toch weer verder vereenvoudigd. Zo kan die procedure nagenoeg geheel schriftelijk doorgevoerd worden, wordt geen Insolvenzverwalter, maar een Treuhänder, aangesteld, en bovendien zal geen Gläubigerversammlung (crediteurenvergadering) gehouden worden. De positie van de Treuhänder is overigens een andere dan die van de Insolvenzverwalter. Zo komen de gebruikelijke rechten van de Insolvenzverwalter niet toe aan de Treuhänder, doch aan de gezamenlijke crediteuren.

Indien de schuldenaar zich in de vereenvoudigde Verbraucherinsolvenz 3 jaar (oorspronkelijk was dat 7 jaar) lang aan de voorwaarden van het Insolvenzgericht houdt, kan hij toch in aanmerking komen voor een Restschuldbefreiung. Overigens kan iedere schuldeiser aanvoeren dat de Restschuldbefreiung niet ten aanzien van zijn vordering zou moeten gelden, bijvoorbeeld omdat de schuld opzettelijk of grof culpoos is aangegaan.
Meer informatie nodig? Stuur een bericht.