Strafprozessrecht
Das Zwischenverfahren
Een Pflichtverteidiger is geen gekozen raadsman (Wahlverteidiger), maar een Strafverteidiger, die door de rechter in een geval van "notwendige Verteidigung" in de zin van § 140 StPO aan de verdachte wordt toegewezen. De verdachte kan daarbij zijn voorkeur voor een bepaalde Verteidiger kenbaar maken.
De Pflichtverteidiger kan rechtstreeks bij de Duitse Staat declareren. Mocht de verdachte onverhoopt veroordeeld worden, dan zal deze de voorgeschoten kosten alsnog op de veroordeelde verdachte verhalen; behoudens wanneer het jeugdstrafrecht is toegepast. De Pflichtverteidiger mag trouwens ook bijkomende financiële afspraken met de verdachte maken.

Das Zwischenverfahren - tussen opsporing en rechterlijke beoordeling

Het Zwischenverfahren is de fase tussen het Ermittlungsverfahren (opsporingsonderzoek) en het Hauptverfahren (mondelinge behandeling ter terechtzitting of Strafbefehlsverfahren). Het start met de ontvangst van de Anklageschrift/Anklagesatz (met alle stukken) door de bevoegde strafrechter. De rechter beoordeelt dus zelf aan de hand van de Anklageschrift en de stukken of het gerechtvaardigd is dat de zaak überhaupt op een Hauptverhandlung komt; dus of het plausibel is, dat het na Eröffnung des Strafverfahrens tot een veroordeling zal (kunnen) komen. Komt de rechter daarbij tot de (voorlopige) conclusie, dat dit niet het geval of hij niet bevoegd, dan zal hij de Antrag auf Eröffnung des Hauptverfahrens zijdens de Staatsanwaltschaft (voorlopig) geheel of ten dele afwijzen. Acht hij zich niet bevoegd, dan verwijst hij de zaak naar een hogere of lagere rechter, bijvoorbeeld van Strafrichter (Amtsgericht) naar Landgericht, of van Landgericht naar Schöffengericht of naar de Strafrichter.

De verdachte kan in dit stadium zijn zienswijze kenbaar maken en eventueel Antrag auf Nicht-Eröffnung, een Einstellungsantrag of Beweisanträge stellen. Het is aan de Verteidiger om tezamen met zijn cliënt te bezien of en zo ja, welke Anträge in dit stadium mogelijk en opportuun zijn. Iedere Antrag moet natuurlijk onderbouwd zijn, en soms is het raadzaam om niet gelijk de verdedigingsstrategie bekend te maken. Aan de andere kant: als een strafzaak al in dit stadium een voortijdig einde vindt, dan is dat voor de cliënt/verdachte alleen maar van voordeel en te prefereren boven een mondelinge behandeling ter terechtzitting.

Echter, niet altijd beschikt de verdediging in dit stadium al over de Akteneinsicht (inzage in het complete strafdossier), die noodzakelijk is om een gedegen zienswijze, laat staan Antrag, in te dienen. Het is daarom van groot belang, dat verdachten reeds in een vroegtijdig stadium, dus tijdens het opsporingsonderzoek, een Strafverteidiger opzoeken.

Aansluitend volgt overigens in bijna alle gevallen de Eröffnungsbeschluss, en gaat de zaak naar de Hauptverhandlung, althans indien de rechter het in dit stadium waarschijnlijk acht dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd en schuldig. In het andere geval wordt de Eröffnung afgewezen.

Tegen de Abweisungsbeschluss kan door de Staatsanwaltschaft het rechtsmiddel 'sofortige Beschwerde' worden ingediend. De verdachte heeft (uiteraard) geen rechtsmiddel.
In het Zwischenverfahren, dus nog vóór de mondelinge behandeling van de Hauptverhandlung, is dus ook een belangrijke taak voor de Strafverteidiger weggelegd. Zoals gezegd bestaat namelijk de mogelijkheid om bezwaar tegen de opening van de Hauptverhandlung te maken.
Ook is het mogelijk om de zaak met de Staatsanwaltschaft te bespreken, en een deal te sluiten; een deal, waarin trouwens ook de rechter betrokken wordt.

Veel Strafverteidiger zullen in het Zwischenverfahren niet echt actief worden. Mijns inziens is dit een gemiste kans: de rechter die over de Zulassung zur Hauptsache beslist is in principe dezelfde rechter die de zaak ook in de mondelinge Hauptverhandlung behandelt. Alleen al uit het feit, dat hij de zaak naar de behandeling ter terechtzitting heeft verwezen, kan toch al worden afgeleid, dat de rechter, mèt de Staatsanwaltschaft, op basis van de inhoud van de Strafakte tot de voorlopige conclusie is gekomen, dat de verdachte het feit daadwerkelijk gepleegd kan hebben (hinreichender Tatverdacht), en dus strafbaar zou kunnen zijn. Dat laatste te beoordelen is overigens uitsluitend aan de rechter.
Het is de taak van de Strafverteidiger om, op grond van goede argumenten, die voorlopige conclusie onderuit te halen. Het is zaak om de zaak helemaal niet op zitting te laten komen, maar om in het voorveld correct en zakelijk zijn argumenten aan te voeren. In de weinige uren van de mondelinge behandeling zal dat bijna nooit lukken.

Het moet dan ook voor iedere verdachte duidelijk zijn: alleen al het feit dat 'zijn' zaak door de rechter wordt toegelaten tot de mondelinge Hauptverhandlung is een veeg teken aan de wand. Duitsland kent alleen de veroordeling of de vrijspraak. En tot een vrijspraak komt het slechts in 3-4% van alle strafzaken. In de overige gevallen wordt het bij pleidooi dus uiteindelijk slechts een strafmaatverweer. En de veroordeling ligt gemiddeld slechts 'eine (1) Prägnanzstufe unter den Antrag der Staatsanwaltschaft'; met andere woorden: vordert de Staatsanwaltschaft 5,5 jaar Freiheitsstrafe, dan zal het vonnis gewoonlijk zo'n 4,5-5 jaar bedragen.

Stuur ons een bericht en wij nemen op korte termijn contact met U op.