Strafprozessrecht
Verjährung im Strafprozess

De straf(proces)rechtelijke verjaring

Duitsland kent ook in het strafrecht het instituut van de verjaring. Daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de Strafverfolgungsverjährung en de Strafvollstreckungsverjährung. De eerste verjaringscategorie ziet op de verjaring van het recht om een strafbaar feit te vervolgen; de tweede categorie ziet op de verjaring ten aanzien van de mogelijke tenuitvoerlegging van een strafvonnis. Beide categorieën zijn geregeld in het Strafgesetzbuch.

Strafverfolgungsverjährung

Deze verjaringscategorie is geregeld in de §§ 78-78c StGB (Strafgesetzbuch). Met uitzondering van Mord, versuchter Mord en Teilnahme an Mord, verjaart het recht tot strafvervolging naar Duits recht uiterlijk na 30 jaar, gerekend vanaf datum voltooiing strafbaar feit.
Het recht tot strafvervolging ten aanzien van alle verschijningsvormen van moord verjaart nooit. Dus ook na 30 jaar kan nog steeds een strafvervolging gestart worden.

De verjaringstermijn (Verjährungsfrist) is trouwens gekoppeld aan de maximale strafmaat voor een bepaald strafbaar feit. Er zijn in beginsel 5 categorieën. En in bijzondere wetten en voor bepaalde beroepsgroepen zijn uitzonderingen geformuleerd. Er wordt geen rekening gehouden met strafverzwarende of strafverminderende omstandigheden.

De Strafverfolgungsverjährung leidt ertoe dat de Staatsanwaltschaft (Openbaar Ministerie) een zaak wettelijk verplicht moet 'einstellen' (beëindigen), zelfs indien deze op enig moment alsnog over wettig en overtuigend bewijs beschikt.

De verjaringstermijn vangt aan zodra het strafbare feit geheel voltooid is; dus niet zodra het feit of de dader bekend wordt. Bij drugsbezit bijvoorbeeld begint de verjaringstermijn dus pas te lopen zodra het bezit geëindigd is, en bij afpersing pas zodra de laatste betaling ontvangen is. Een en ander is met name van belang bij duurdelicten (Dauerdelikte), zoals Freiheitsberaubung, Verstoß gegen das Waffengesetz, Drogenbesitz, Besitz kinderpornografischer Schriften. De verjaring vangt pas aan met de beëindiging van het bezit.

In sommige gevallen begint de Strafverfolgungsverjährung pas op een later moment te lopen; tot dat moment 'ruht' de Verfolgungsverjährung. Voorbeeld: Straftaten gegen die sexuelle Selbstbestimmung Minderjähriger. Hier begint de Verfolgungsverjährung pas te lopen zodra de minderjarige het 18e levensjaar bereikt.
Let op:
De verjaring kan ook gestuit c.q. verlengd worden. Met name door strafprocessueel handelen van politie en justitie (i.e. opsporing en vervolging). Zodra de verjaring hierdoor onderbroken is, kan weer een nieuwe verjaringstermijn aanvangen. De absolute Verjährungsfrist is vastgelegd in § 78c Abs. 3 StGB: zodra twee keer de wettelijke verjaringstermijn verstreken is, is het recht tot vervolging definitief verjaard.
Dit impliceert dat verdachte of Strafverteidiger onmogelijk zonder Akteneinsicht de verjaringsdatum tot op de dag nauwkeurig, of zelfs maar bij benadering, kunnen bepalen; bij twijfel moet dus altijd van de absolute verjaringstermijn uitgegaan worden. Daarbij zij opgemerkt dat een Akteneinsichtnahme vóór afloop van de absolute verjaringstermijn weer tot een ongewilde stuiting kan leiden.

Strafvollstreckungsverjährung

De verjaring ten aanzien van het recht om een strafvonnis ten uitvoer te mogen leggen is eveneens geregeld in het Strafgesetzbuch, en wel in de §§ 79-79b StGB. Als hoofdregel geldt dat een levenslange gevangenisstraf altijd ten uitvoer gelegd kan worden; hiervoor geldt dus geen verjaringstermijn. Ten aanzien van de overige straffen gelden weer een aantal categorieën. Hierdoor is de verjaringstermijn met betrekking tot de tenuitvoerlegging gekoppeld aan de hoogte van de opgelegde straf.

De verjaringstermijn begint te lopen met het onherroepelijk worden van het strafvonnis; dus na afloop van de (korte) rechtsmiddeltermijn of zodra hiervan uitdrukkelijk is afgezien.
Let op:
Ook de Strafvollstreckungsverjährung kan gestuit worden, en wel zolang er wettelijke belemmeringen zijn om de straf tegen de veroordeelde verdachte ten uitvoer te leggen, bijvoorbeeld ingeval van strafimmuniteit of bij dreigend levensgevaar voor de veroordeelde door of bij tenuitvoerlegging.

Overigens geldt dat de rechter op vordering van de Staatsanwaltschaft vóór afloop van de eerste verjaringstermijn de verjaringstermijn één maal kan verlengen met de helft van de oorspronkelijke wettelijke verjaringstermijn. Dit is echter slechts mogelijk ten aanzien van een veroordeelde die niet in Duitsland woonachtig is c.q. verblijft, en wiens verzochte uitlevering niet heeft plaatsgevonden.
Of het recht tot vervolging van een strafbaar feit inmiddels is verjaard, of dat de mogelijkheid tot tenuitvoerlegging van een Duits strafvonnis is verjaard, kunnen wij graag voor U onderzoeken.
Stuur ons een bericht en wij nemen op korte termijn contact met U op.

Of controleer het zelf middels een tik op de onderstaande button.
Controleren

De belangrijkste strafrechtelijke verjaringstermijnen

Strafverfolgungsverjährung
Verjährungsrist und angedrohte Höchststrafe
  • 30 Jahren: bei angedrohte lebenslange Freiheitsstrafe (zum Beispiel: sexuelle Nötigung und Vergewaltigung mit Todesfolge, Körperverletzung mit Todesfolge)
  • 20 Jahren: bei angedrohte Freiheitsstrafe über 10 Jahre (zum Beispiel: Totschlag, sexuelle Nötigung, Meineid, Raub, und die meisten Verstöße nach Betäubungsmittelgesetz)
  • 10 Jahren: bei angedrohte Freiheitsstrafe von 5-10 Jahre (zum Beispiel: gefährliche Körperverletzung, schwere Körperverletzung, sexueller Missbrauch von Kindern)
  • 5 Jahren: bei angedrohte Freiheitsstrafe von 1-5 Jahre (zum Beispiel: Freiheitsberaubung, Nötigung, Betrug, Diebstahl, Urkundenfälschung, einfache Körperverletzung, Untreue, Unterschlagung, Besitz oder das Verbreiten von kinderpornografischer Schriften, aber auch verkehrsrechtliche Verstöße wie Unfallflucht, Fahrerflucht, gefährlicher Eingriff in den Straßenverkehr, und Gefährdung des Straßenverkehrs)
  • 3 Jahren: bei den übrigen Taten

Tip:
Strafbefehle dienen bij toezending aan een buitenlandse verdachte vertaald te worden, bij gebreke waarvan alsnog Einspruch kan worden ingediend (de verzettermijn is immers niet aangevangen/verstreken).
Wellicht is na 3 jaar (de meeste feiten waarvoor de Strafbefehl wordt ingezet hebben een lagere gevangenisstraf dan 1 jaar) het recht om na de Einspruch alsnog tot strafvervolging over te gaan al verjaard!

Strafvollstreckungsverjährung
Verjährungsfrist und verhängte Strafe
  • 25 Jahren: bei verhängte Freiheitsstrafe über 10 Jahre
  • 20 Jahren: bei verhängte Freiheitsstrafe von 5-10 Jahre
  • 10 Jahren: bei verhängte Freiheitsstrafe von 1-5 Jahre
  • 5 Jahren: bei verhängte Freiheitsstrafe bis 1 Jahr, und bei verhängte Geldstrafe über 30 Tagessätzen
  • 3 Jahren: bei verhängten Geldstrafen bis zu 30 Tagessätzen

Voor verjaring in het civiele recht klik hier.