Strafprozessrecht
Keine PKH in Strafsachen
Een Pflichtverteidiger is geen gekozen raadsman (Wahlverteidiger), maar een Strafverteidiger, die door de rechter in een geval van "notwendige Verteidigung" in de zin van § 140 StPO aan de verdachte wordt toegewezen. De verdachte kan daarbij zijn voorkeur voor een bepaalde Verteidiger kenbaar maken.
De Pflichtverteidiger kan rechtstreeks bij de Duitse Staat declareren. Mocht de verdachte onverhoopt veroordeeld worden, dan zal deze de voorgeschoten kosten alsnog op de veroordeelde verdachte verhalen; behoudens wanneer het jeugdstrafrecht is toegepast. De Pflichtverteidiger mag trouwens ook bijkomende financiële afspraken met de verdachte maken.

Geen gefinancierde rechtsbijstand in Duitse strafzaken

Duitsland kent, evenals Nederland, een systeem van gefinancierde rechtsbijstand: de zogenaamde 'Prozesskostenhilfe' of 'PKH'. Meer informatie vindt U hier.

PKH
is mogelijk in civiele en administratiefrechtelijke zaken. Echter, hoewel een verdachte van een strafbaar feit zich in iedere soort strafzaak en in iedere stand van de procedure kan laten bijstaan door een advocaat (een 'Strafverteidiger'), geldt de PKH niet voor strafzaken. De overheid geeft dan niet thuis.

In Duitsland wordt er namelijk vanuit gegaan dat iedere verdachte de kosten van zijn verdediging voor eigen rekening dient te nemen. De door de verdachte gekozen raadsman heet Wahlverteidiger. Alleen in die zaken waarin de verdachte zichzelf niet kan verdedigen of sprake is van een ernstig misdrijf of bijzonder zwaar nadeel voor de persoon van de verdachte dreigt, bemoeit de overheid zich met de verdediging. In dat geval wordt een zogenaamde Pflichtverteidiger aangewezen, waarbij overigens niet wordt gekeken naar de hoogte van het inkomen of het vermogen van de verdachte. De kosten van de Pflichtverteidiger moeten echter uiteindelijk ook door de verdachte zelf worden betaald, maar er is sprake van een verlaagd tarief, en de Strafverteidiger declareert in beginsel bij de Duitse Staat. Die verhaalt zich later weer op de verdachte, behoudens in strafzaken waarin op de verdachte het jeugdstrafrecht (Jugendstrafrecht) van toepassing is verklaard. In dat geval zal geen veroordeling in de kosten van de strafzaak kunnen plaatsvinden, en dus blijven de voorgeschoten kosten van de Pflichtverteidiger voor rekening van de Duitse Staat.

Het bovenstaande impliceert, dat ook zij die in een strafzaak een Strafverteidiger niet uit eigen middelen kunnen betalen, en waarin geen sprake is van de 'notwendige Verteidigung' zoals bedoeld in § 140 Strafprozessordnung (StPO), geen aanspraak op (voor)gefinancierde rechtsbijstand kunnen maken.
Dit kan slechts anders zijn als in de strafzaak een civiele partij als Nebenkläger een vordering tot schadevergoeding wilt instellen (Adhäsionsverfahren). In dat geval leidt het civiele karakter van die vordering eventueel wel weer tot een recht op gefinancierde rechtsbijstand (PKH).
Het bovenstaande heeft dus tot gevolg, dat in bijna alle Duitse strafzaken de verdachte de volledige kosten van rechtsbijstand zelf moet betalen. Mocht hij echter worden vrijgesproken, dan komen deze kosten uiteindelijk helemaal voor vergoeding door de Duitse Staat in aanmerking. Daarbij dient te worden bedacht, dat daarbij dan wordt uitgegaan van het Rechtsanwaltvergütungsgesetz, zodat eventueel overeengekomen meerkosten toch voor rekening van de vrijgesproken verdachte blijven.
Dit geldt dus ook voor een in Nederland wonende verdachte: aangezien de strafzaak niet in Nederland speelt komt de verdachte niet in aanmerking voor een Nederlandse ‘toevoeging’. Ook een In Nederland wonende verdachte zal zijn Verteidiger zelf moeten bekostigen.
Stuur ons een bericht en wij nemen op korte termijn contact met U op.