Strafprozessrecht
Fahrverbot und Führerscheinentzug

Rijverbod, invordering en inhouding rijbewijs, en ontzegging van de rijbevoegdheid

Een Duitse politieagent is bevoegd om een Nederlandse chauffeur een tijdelijk rijverbod op te leggen, en een Nederlands rijbewijs in te vorderen. Zolang het rijbewijs (het fysieke plastic kaartje dus) niet terug ontvangen is, mag de betrokkene niet in Duitsland, én ook niet in Nederland, als chauffeur aan het verkeer deelnemen.
Een rijverbod c.q. een ontzegging van de rijbevoegdheid an sich geldt weliswaar alleen voor het land waar het is opgelegd, maar een chauffeur moet altijd een geldig rijbewijs kunnen tonen; en met bijvoorbeeld een kopie voldoet hij niet aan die wettelijke verplichting.
Duitsland kent twee mogelijkheden om te komen tot het beperken van iemands bevoegdheid om motorvoertuigen te besturen: het Fahrverbot en de Führerscheinentzug (Entziehung der Fahrerlaubnis). Het verschil tussen beide vormen zit vooral in de maximale duur van de maatregel, en de werking ervan.
Het Fahrverbot is een straf (een zogenaamde 'Nebenfolge' in het administratiefrechtelijke Bußgeldverfahren c.q. een 'Nebenstrafe' in de strafrechtelijke procedure, dus naast een hoofdstraf (Freiheitsstrafe (gevangenisstraf) of Geldstrafe (geldstraf)). De Führerscheinentzug daarentegen is een freiheitsbeschränkende Maßregel (vrijheidsbeperkende maatregel).
Bij het Fahrverbot blijft de Fahrerlaubnis behouden, maar wordt het de betrokkene verboden om deze gedurende een bepaalde periode uit te oefenen. Bij de Führerscheinentzug vervalt de Fahrerlaubnis (dus de toestemming om überhaupt een motorvoertuig te mogen besturen). Degene die zich geconfronteerd ziet met een Entziehung der Fahrerlaubnis moet dus opnieuw een Fahrerlaubnis aanvragen. Aan de Entziehung der Fahrerlaubnis is echter altijd een zogenaamde Sperrfrist gekoppeld. Daarover hieronder meer. De Führerschein (het plastic kaartje dus) is niet de Farherlaubnis, maar de materiële/fysieke belichaming van de Fahrerlaubnis.

Fahrverbot

Een Fahrverbot is dus een tijdelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van alle motorvoertuigen (= voertuigen met hulpmotor, dus ook ook snor- en bromfietsen, en e-bikes, tenzij bepaalde categorieën expliciet van het Fahrverbot uitgezonderd worden), en deze straf(maatregel) kent een maximale duur van (na een recentere wetswijziging) thans 6 (zes) maanden. Een Fahrverbot kan daarom voor de duur van minimaal 1 (één), soms 2 (twee), maar maximaal 6 (zes) maanden, opgelegd worden. Alles boven de 6 maanden kan nooit een Fahrverbot zijn, maar is per definitie een Entziehung der Fahrerlaubnis met een Sperrfrist voor de periode van het in de beslissing vermelde aantal maanden.
Het Fahrverbot gaat in na het onherroepelijk worden van de beslissing waarbij het Fahrverbot is opgelegd. Om een Fahrverbot te laten eindigen (dus niet 'in te laten gaan'!) moet het rijbewijs - dus het fysieke bewijs dat de belichaming van de rijbevoegdheid aantoont - te worden ingeleverd. De betrokkene kan dan natuurlijk niet meer een rijbewijs tonen en mag dan ook niet aan het verkeer deelnemen. Doet hij dat toch, dan is dat een Ordnungswidrigkeit, die weer met een geldboete bestraft kan worden.

De oplegging van het Fahrverbot gebeurt meestal middels Bußgeldbescheid. Binnen 2 weken na ontvangst (= betekening) hiervan kan hiertegen het rechtsmiddel Einspruch (= verzet) worden ingediend, bij gebreke waarvan de strafmaatregel (en dus het Fahrverbot) onherroepelijk wordt. Het rijbewijs dient vervolgens te worden ingeleverd bij de bevoegde Verwaltungsbehörde of een Polizeidienststelle. Deze zal ervoor zorgen dat daarvan melding wordt gemaakt in de relevante registers (bij het Kraftfahrt-Bundesamt (KBA) in Flensburg).
Een Fahrverbot kan bij een Ordnungswidrigkeit ook door de rechter als Nebenstrafe worden opgelegd.

Na ommekomst van de opgelegde periode herleeft de rijbevoegdheid voor het Duitse grondgebied weer automatisch. Is het fysieke rijbewijs na de inzending en inschrijving onverhoopt nog niet teruggezonden, dan moet het nu in elk geval weer gewoon teruggegeven worden. Hiervoor is dus geen formeel verzoek (Antrag) noodzakelijk.

Dat is anders bij de Entziehung der Fahrerlaubnis.

Entziehung der Fahrerlaubnis

Een aantal strafbare feiten (verkeersdelicten, waaronder rijden onder invloed (van alcohol of drugs)) leidt regelmatig tot een ontzegging van de rijbevoegdheid (§ 69 StGB: Entziehung der Fahrerlaubnis).

Deze ontzegging is van permanente(re) aard dan het Fahrverbot: de betrokkene wordt geacht niet (meer) geschikt te zijn om aan het verkeer deel te nemen. Zijn eerder - bij het rijexamen - aangetoonde geschiktheid wordt hem ontnomen. Dit is ook de reden waarom de betrokkene na enkel tijdsverloop niet 'gewoon' weer zijn rijbevoegdheid terug krijgt, maar hiertoe een formele verzoek (Antrag) moet indienen. Soms moet hiertoe ook nog een medisch attest of een MPU (Medizinisch Psychologische Untersuchung) worden overgelegd. De kosten van het onderzoek naar de geschiktheid om als bestuurder aan het verkeer te mogen deelnemen draagt de betrokkene zelf.

De Entziehung der Fahrerlaubnis wordt als freitheitsbeschränkende Maßregel opgelegd door de rechter of (in de meeste gevallen) door een Verwaltungsbehörde (Fahrerlaubnisbehörde of Führerscheinstelle).

Dat laatste zal automatisch gebeuren, wanneer de houder van het rijbewijs 8 'Punkte' in het Verkehrszentralregister in Flensburg 'opgebouwd' heeft, bijvoorbeeld door het plegen van meerdere verkeersovertredingen. Hij is zijn rijbevoegdheid dan minimaal 6 maanden kwijt (verwaltungsrechtliche/behördliche Sperre gem. § 20 Abs. 4 Fahrerlaubnisverordnung (FEV)).

Een ontzegging door de rechter is uitsluitend mogelijk indien sprake is van één van de strafbare feiten van § 69 Abs. 2 StGB.

Deze strafbare feiten zijn alle ‘Verkehrsdelikte’, zoals:

Afhankelijk van de zwaarte van het strafbare feit koppelt de rechter aan de door hem opgelegde Führerscheinentzug ook een 'Sperrfrist'. Dit is de tijd waarbinnen de betrokkene geen nieuwe Fahrerlaubnis verleend mag krijgen (i.e. Neuerteilung der Fahrerlaubnis (§ 20 FeV)). De rechterlijke Sperrfrist is trouwens een prognose van de rechter inzake de vermoedelijke duur van de ongeschiktheid van de verdachte. Valt die prognose voor de verdachte gunstig uit, dan zal de Sperrfrist minder lang zijn; in het andere geval kan de rechter ook de maximale Sperrfrist aan de Entziehung der Fahrerlaubnis koppelen. De verdediging zal zich dus op die 'geschiktheid' van de bestuurder concentreren, en niet, zoals ten onrechte wel wordt aangenomen, op de noodzaak van het moeten kunnen beschikken over de rijbevoegdheid. Dat laatste had de verdachte dan maar eerder moeten beseffen, zo de redenering van de rechter.

Normaliter bedraagt de Sperrfrist een periode tussen de 6 maanden en de 5 jaar; de minimale Sperrfrist die een rechter kan opleggen bedraagt overigens 3 maanden (§ 69a Abs. 3 StGB). Is echter in de periode van 3 jaar vóór het te beoordelen feit al eerder een Sperre opgelegd, dan bedraagt de (nieuwe) Sperrfrist trouwens 1 jaar (§ 69a Abs. 4 StGB).

De rechterlijke Sperrfrist begint te lopen met het onherroepelijk worden van het Urteil of de Strafbefehl, zulks in tegenstelling tot de Sperrfrist die geldt bij een Führerscheinentzug door de Fahrerlaubnisbehörde. In dat geval geldt de sofortige Entziehung, en de Sperrfrist begint gelijk te lopen. Een ingediend rechtsmiddel verandert daar dus niets aan (geen opschortende werking voor de Führerscheinentzug), en dat is maar goed ook: hoe sneller de Sperrfrist voorbij gaat, hoe sneller de Antrag auf Wiedererteilung der Fahrerlaubnis kan worden ingediend.

Een nieuwe Fahrerlaubnis kan de betrokkene trouwens al vanaf 6 maanden vóór afloop van de Sperrfrist aanvragen, dit in verband met de thans gebruikelijke lange doorlooptijd tussen aanvraag en daadwerkelijke verlening (mits aan alle voorwaarden voldaan is). Overigens zou dat soms ook eerder kunnen wanneer hij voordien bijvoorbeeld een speciale (verkeers)cursus met positief gevolg doorlopen heeft. In dat geval moet een daarop gerichte Antrag bij de rechter worden ingediend.

Het dictum van een veroordelend Urteil of Strafbefehl met Sperrfrist (voor de duur van bijvoorbeeld 8 maanden) zou bij een buitenlands rijbewijs als volgt kunnen luiden:
... Ihnen wird Ihre Fahrerlaubnis entzogen. Die Verwaltungsbehörde wird angewiesen, Ihnen vor Ablauf von 8 Monaten weder das Recht, von der ausländischen Fahrerlaubnis wieder Gebrauch zu machen, noch eine inländische Fahrerlaubnis zu erteilen. Die Entziehung hat die Wirkung einer Aberkennung des Rechts von der Fahrerlaubnis im Inland Gebrauch zu machen.
(voorbeeld)
In het kader van een Antrag auf Wiedererteilung der Fahrerlaubnis hoeft door buitenlanders (die niet in Duitsland woonachtig zijn of over een Duitse Führerschein beschikken) normaliter niet opnieuw rijexamen te worden gedaan. Het ondergaan van een medisch of medisch-psychologisch onderzoek (MPU) zal nagenoeg altijd verlangd worden. Een en ander is met name afhankelijk van het geconstateerde bloedalcoholpromilliage c.q. gemeten THC-gehalte (c.q. andere werkzame stof).
Aan de hand daarvan kan namelijk vastgesteld worden, of sprake is van een eventuele afhankelijkheid, althans ongeschiktheid om als bestuurder van een motorvoertuig aan het verkeer in Duitsland deel te nemen.
MPU
Medizinisch-Psychologische Untersuchung

Einstweilige/Vorläufige Entziehung der Fahrerlaubnis

Door de Polizei
De ‘Fahrerlaubnis’ kan trouwens ook al tijdelijk door de politie ontzegd worden, en wel bij gevaarzetting (Gefahr in Verzug) en wanneer het hoogstwaarschijnlijk is dat de rechter in een strafzaak de verdachte ongeschikt zal achten tot het besturen van motorvoertuigen, en deswege diens rijbevoegdheid voor korte of langere tijd aan hem zal ontzeggen. Er zal derhalve sprake moeten zijn van ‘dringenden Gründen’, en dus van een ‘dringender Tatverdacht’. Dit is met name van belang als de verdachte het aan hem ten laste gelegde feit betwist.
Het rijbewijs (ook het Nederlandse) wordt in zo'n geval ingevorderd door de politie. Dat is mogelijk in de vorm van een ‘Sicherstellung’, en bij ‘Gefahr in Verzug’ ook in de vorm van een inbeslagneming (Beschlagnahme des Führerscheins).

Auf Antrag der Staatsanwaltschaft
De voorlopige ontzegging gebeurd echter meestal lopende het opsporingsonderzoek op ‘Antrag der Staatsanwaltschaft’ door de rechter. Maar gebeurd ook wel eens ambtshalve door de rechter. Dit laatste (de ambtshalve beslissing zonder Antrag) s eigenlijk een vormfout, die echter geheeld kan worden.

Bij een Antrag der Staatsanwaltschaft zal de verdachte (dan wel diens Verteidiger) eerst nog door de rechter (Ermittlungsrecihter) de gelegenheid worden geboden om zich hierover (schriftelijk) uit te laten. Noodzakelijk is dat echter niet. Het is dan ook van belang om vooraf inzage in het dossier te krijgen (Akteneinsicht). Vervolgens komt de Beschluss af.

De Beschluss gem. § 111a StPO zou bij een buitenlands rijbewijs bijvoorbeeld het navolgende dictum kunnen bevatten:
Nach § 111a StPO wird dem Beschuldigten die Fahrerlaubnis vorläufig entzogen. Diese Entscheidung hat die Wirkung einer vorläufigen Aberkennung des Rechts, von der Fahrerlaubnis im Inland Gebrauch zu machen. Der Führerschein wird zur Eintragung des Vermerks über die vorläufige Entziehung der Fahrerlaubnis beschlagnahmt (§ 111a Abs. 6 StPO)
(voorbeeld)
Tegen een nadelige Beschluss (het rijbewijs wordt ingevorderd en ingehouden) staat het rechtsmiddel Beschwerde open. De verdachte moet echter goed de voor- en nadelen hiervan tegen elkaar afwegen. Immers, de Beschwerde-procedure heeft geen opschortende werking, en werkt bovendien vertragend. Daarnaast kan een afwijzende beslissing van het Beschwerdegericht de rechter in de bodemprocedure negatief beïnvloeden (een hogere rechter heeft immers al feitelijk en juridisch gecontroleerd of, en vastgesteld, dat een Entziehung der Fahrerlaubnis überhaupt mag). In de bodemprocedure zal dan ook in nagenoeg alle gevallen een Führerscheinentzug volgen.

Gevolgen van de Führerscheinentzug

Voor Duitse ingezetenen heeft dit tot gevolg dat het Duitse rijbewijs ongeldig verklaard en vernietigd wordt.
Voor buitenlanders houdt het in bijna alle gevallen in, dat zij het rijbewijs na het aanbrengen van een Vermerk (aanduidende dat er een ontzegging voor het Duitse grondgebied geldt) gewoon terugontvangen (meestal per aangetekende post naar huis teruggestuurd; in een enkel geval wordt het bij Nederlanders door de Staatsanwaltschaft via het Kraftfahrt-Bundesamt (KBA) in Flensburg aan het Nederlandse CBR of de Nederlandse RDW gezonden, en nog sporadischer rechtstreeks aan de woongemeente van de betrokkene (§ 69b Abs. 2 StGB). Het CBR c.q. de RDW stuurt het rijbewijs vervolgens aan de Nederlandse gemeente, door wie het rijbewijs is afgegeven. Dat hoeft dus niet per sé de actuele woongemeente te zijn.
Inhouding en aansluitende vernietiging van een Nederlands rijbewijs door de Duitse autoriteiten mag niet.

Sperrfrist und Sperrvermerk

Indien een 'Entziehung der Fahrerlaubnis' is opgelegd, dient de betrokkene zijn rijbewijs (tijdelijk) in te leveren. Daarnaast kan de rechter ook een 'Sperrfrist' uitspreken. De Sperrfrist is de periode waarbinnen de betrokkene in Duitsland geen nieuwe Fahrerlaubnis kan verzoeken, althans geen nieuwe Fahrerlaubnis kan krijgen. Deze Sperrfrist ligt tussen de 6 maanden en 5 jaar. Zelfs een levenslange Sperrfist is mogelijk.

Voor niet-ingezetenen zou de Einziehung der Fahrerlaubnis impliceren, dat zij in dat geval niet alleen in Duitsland niet zouden mogen rijden, maar ook niet in hun eigen woonland, bijvoorbeeld dus ook in Nederland. En dat kan eigenlijk niet: een Duitse ontzegging kan alleen betrekking hebben op het Duitse grondgebied.

Het buitenlandse rijbewijs zal daarom voorzien worden van een zogenaamde 'Sperrvermerk', zodat het voor de politie gelijk duidelijk is dat de betrokkene niet in Duitsland mag rijden. Heeft hij ook een Sperrfrist opgelegd gekregen, dan blijkt uit de Sperrvermerk ook dat hem van overheidswege vóór afloop van de betreffende periode (tot wel 5 jaar) geen nieuwe Fahrerlaunbis für das deutsche Inland verstrekt mag worden.

Deze (Sperr)Vermerk kan in ieder Bundesland anders uit zien. Bij het plastic (creditcard-formaat) rijbewijs bestaat het wel eens uit een schrijven van de Staatsanwaltschaft (als orgaan, belast met de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen) met de volgende tekst:

'Der Inhaber(in) des Führerscheins wurde die Fahrerlaubnis durch Strafbefehl des Amtsgerichts XXX vom YYY, [kenmerk], mit einer Sperrfrist bis zum [ZZZ] rechtskräftig entzogen.
Die Entziehung hat die Wirkung der Aberkennung des Rechts, von dieser Fahrerlaubnis in der Bundesrepublik Deutschland Gebrauch zu machen.'.

Soms is het ook een grotere sticker met tekst en 'Dienststempel', die de gehele achterzijde van het plastic rijbewijs beslaat. Meestal is het echter een eenvoudig stickertje in de vorm van een doorgestreepte 'D' (soms met datum).

Het is altijd weer de vraag wanneer de ontzegging van de rijbevoegdheid ingaat: dat is in beginsel vanaf het opleggen van de maatregel, dus al vanaf het eerste Fahrverbot (bijvoorbeeld door de politie) of vanaf datum vorläufiger Führerscheinentzug (door de Ermittlungsrichter). 'First offenders' kan de mogelijkheid geboden worden om in overleg met de Verwaltungsbehörde c.q. Staatsanwaltschaft zelf te bepalen wanneer de ontzegging (in de zin van een Fahrverbot) ingaat. Hiertoe wordt regelmatig een periode van 4 maanden geboden waarbinnen de betrokkene het rijbewijs voor het aanbrengen van de Sperrvermerk kan aanbieden.
De opgelegde duur van de ontzegging (de Sperrfrist van bijvoorbeeld 6 maanden) gaat pas in vanaf de datum van 'Anbringung des Vermerks'; de ontzegging dus vanaf datum opleggen maatregel (of bij first offenders eventueel later).

De Nederlander die zijn rijbewijs niet aanlevert voor het aanbrengen van de Sperrvermerk zit dus met het probleem, dat de ontzegging/Sperrfrist wel begint te lopen, maar niet afloopt.

Meestal moet het rijbewijs worden opgestuurd (waarna het uiteraard ook weer binnen enkele dagen/weken teruggestuurd wordt). Bevoegde Behörde is de Staatsanwaltschaft. In die tijd kan de betrokkene dus ook niet in zijn eigen woonland rijden; hij kan immers geen rijbewijs tonen. Soms wordt door de Staatsanwaltschaft van de verplichting tot toezending van het rijbewijs voor de 'Anbringung des Vermerks' afgezien, en wordt het altijd bij het rijbewijs mee te voeren schrijven rond de 'Sperrung' gewoon per post toegezonden.

De Sperrfrist gaat in vanaf het onherroepelijk worden van de onderliggende maatregel (Strafbefehl, Urteil, etc.).

De betrokkene doet er goed aan om altijd even telefonisch contact op te nemen met de betreffende Staatsanwaltschaft of Fahrerlaubnisbehörde/Führerscheinstelle om een en ander te controleren. Op 'Fahren ohne Fahrerlaubnis' staat immers 'Freiheitsstrafe bis zu 1 Jahr' of 'Geldstrafe'. Meestal wordt het het laatste, waarbij minimaal een Geldstrafe ter grootte van 10 Tagessätze wordt opgelegd.

Let op: ook na het aanbrengen van de Sperrvermerk, en het verstrijken van de opgelegde duur van de ontzegging, mag niet weer automatisch in Duitsland van het rijbewijs gebruik gemaakt worden c.q. gereden worden. Denk aan de eventueel opgelegde Sperrfrist. Maar ook als er niet uitdrukkelijk een Sperrfrist is opgelegd, wil dat nog niet zeggen dat er dus geen Sperrfrist geldt en dat gelijk een nieuwe rijbevoegdheid aangevraagd kan worden. Sommige Sperrfristen zijn namelijk in de (semi-)wettelijke regelingen opgenomen, zoals bijvoorbeeld in de Fahrerlaubnisverordnung (FEV). En soms blijkt het ook uit het tijdvak waarover een Abstinenznachweis (bewijs van (drugs-/alcohol-)onthouding) overgelegd dient te worden.

De betrokkene dient voor het verkrijgen van de rijbevoegdheid een formele Antrag auf (Wieder)Zuerkennung te stellen. Dit kan sedert een recentere wetswijziging al vanaf 6 maanden vóór afloop van de Sperrfrist.

Nagenoeg alle buitenlanders vergeten het bovenstaande, en lopen hierdoor een grote kans nogmaals met een fiks probleem geconfronteerd te worden: Fahren ohne Fahrerlaubnis. Dit strafbare feit wordt bestraft met een Geldstrafe van gemiddeld 60 Tagessätze, hetgeen bij de gemiddelde Nederlander neerkomt op minimaal zo'n Euro 1500,00.
Nu schijnt het zo te zijn, dat sommige Fahrerlaubnisbehörden een voor Duitsland wel zeer moderne aanpak voor het aanbrengen van de Sperrfrist hanteren: buitenlanders hoeven bij hen hun fysieke Nederlandse rijbewijs niet meer voor de aantekening van de Sperrfirst per post op te sturen of langs te brengen; een kopie/scan van de voor - en achterzijde per eMail volstaat.

Let op: deze ontwikkeling is (nog) niet wettelijk geregeld, en het kan/mag zeker niet ieder Bundesland of bij iedere Fahrerlaubnisbehörde. Het is dus noodzakelijk om hiervoor expliciet toestemming te verkrijgen!

Daarnaast is het zo, dat de Sperrfrist soms ook door andere Fahrerlaubnisbehörden dan de opleggende, aangetekend kan worden. Zo zouden Nederlanders de aantekening ook in een Duitse grensgemeente kunnen laten verrichten. Op die manier hoeven geen grote reisafstanden te worden afgelegd en kan het Nederlandse rijbewijs weer gelijk mee naar huis worden genomen. Daarom is het verstandig om altijd even overleg te voeren met de opleggende Fahrerlaubnisbehörde ('is het überhaupt door U toegestaan?') en ook met de beoogde uitvoerende Fahrerlaubnisbehörde ('is het bij U überhaupt mogelijk?').

Conclusie:

Al met al is het in beginsel niet onmogelijk om een ‘vorläufige Entziehung der Fahrerlaubnis’ te voorkomen. Een verdachte doet er daarom goed aan het hem ten laste gelegde feit vooralsnog niet te erkennen, zodat zijn Verteidiger de mogelijkheid heeft om Akteneinsicht te vragen, teneinde de feitelijke en procedurele vereisten voor een ontzegging te controleren.

Wat een verdachte absoluut niet moet doen, is proberen de schuld op een ander af te schuiven.

En uiteraard mag de verdachte na een ontzegging voor het Duitse grondgebied absoluut niet in Duitsland blijven rondrijden. Dit zou er immers toe kunnen leiden dat hij ook nog geconfronteerd wordt met een aanklacht wegens ‘Fahren ohne Fahrerlaubnis’ en/of met een inbeslagneming van het voertuig. Bovendien vervalt de dekking van de verzekering. Fahren ohne Fahrerlaubnis leidt al snel tot een Strafbefehl met een Geldstrafe ter grootte van minimaal 10 Tagessätze, althans voor buitenlandse ingezetenen. Gemiddeld worden 60 Tagessätze opgelegd.

Een Fahrverbot of Führerscheinentzug heeft weliswaar alleen juridische werking voor het Duitse grondgebied; de facto vormt het echter ook een tijdelijke belemmering voor het Nederlandse grondgebied: de bestuurder van een motorvoertuig moet immers in Nederland altijd een geldig rijbewijs kunnen tonen. Zolang het rijbewijs nog niet door de Duitse overheid is teruggegeven, mag de betrokkene dus ook niet in Nederland een motorvoertuig besturen. Doet hij dat toch, dan dreigt ook in Nederland een straf.

Daarnaast moet goed onderscheiden worden tussen de 'Führerscheinentzug' enerzijds, en de 'Sperrung' anderzijds. De Sperrung is niet de ontzegging van de rijbevoegdheid; dat is de Führerscheinentzug. De Sperrung ziet op het daaraan gekoppelde verbod voor de Fahrerlaubnisbehörde om de betrokken verdachte binnen een door de rechter bepaalde periode (de Sperrfrist) opnieuw de formele bevoegdheid te verlenen om op Duits grondgebied een voertuig te mogen besturen. De Sperrung kent dus een Sperrfrist.
Heeft U nog vragen? Laat het ons weten via het contact-formulier.