Strafrecht und
Owi-Recht
Verkehrsstrafrecht:
Fahrlässiges Fahren unter Einwirkung berauschender Mittel

Rijden onder invloed: alcohol en drugs in het verkeer

Als iets absoluut niet kan in het verkeer, dan is dat wel het ‘rijden onder invloed’. Het is zeker géén 'Kavaliers-Delikt'. Ook in Duitsland wordt hier streng tegen opgetreden: er is op zijn minst sprake van ‘fahrlässiges Fahren unter Einwirkung berauschender Mittel’. Alcohol in het verkeer is, op rijden zonder rijbevoegdheid na, de meest voorkomende verkeersovertreding in Duitsland. Het komt voor in diverse variaties, gradaties en gevallen. Rijden onder invloed van drugs komt ook steeds vaker voor; niet alleen onder jongeren of buitenlanders.
Opsporingsambtenaren herkennen de tekenen van alcohol- en drugsgebruik relatief eenvoudig. Dit vermoeden zal vervolgens aangetoond moeten worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van alcohol- en drugstesten. Is de eerste verdenking middels een sneltest (ademanalyse en drugssneltest) aangetoond, zullen vervolgens eventueel nog een of meerdere urine- en/of bloedtesten volgen. Afhankelijk van de uitkomst daarvan kan worden vastgesteld of de betrokkene als "Fahruntüchtig" (niet in staat om aan het verkeer deel te nemen) kan worden aangemerkt. Gevolg: o.a. een (polizeiliches) Fahrverbot, gevolgd door een Strafverfahren of een Ordnungswidrigkeitenverfahren.

Alcohol in het verkeer

Een verdachte kan door de Polizei c.q. de Staatsanwaltschaft worden verzocht vrijwillig een ademanalyse (Atemalkoholtest) te ondergaan. Hij is hiertoe niet verplicht, en moet hierop geattendeerd worden. Wordt dit laatste verzuimd, dan heeft dit een Verwertungsverbot tot gevolg.

Verleent hij géén toestemming, dan dient een bloedonderzoek te volgen. Dit moet door een rechter worden bevolen (§ 81a Abs. 2 StPO). Desnodig kan deze toestemming echter door een Anordnung zijdens de Staatsanwaltschaft of zelfs de Polizei zelf worden vervangen. Dit mag er echter niet toe leiden, dat het vereiste rechterlijke bevel op oneigenlijke gronden wordt ontlopen. In het voorkomende geval zou dat ertoe kunnen leiden, dat de resultaten van het bloedonderzoek niet als bewijs mogen worden gebruikt (Verwertungverbot).

Verleent de verdachte wèl vrijwillig zijn medewerking aan de verzochte ademanalyse, dan heeft hij na een correct uitgevoerde meting niet alsnog recht op een bloedonderzoek. De ademanalyse moet middels een standartisiertes Messverfahren plaatsvinden: minimaal 2 geslaagde blaastesten met een nagenoeg gelijk resultaat binnen 5 minuten, met behulp van een erkend en halfjaarlijks geijkt ademanalyseapparaat (Dräger), zulks onder inhouding van een wachttijd tussen onderzoek en laatste drankje van zo'n 10-20 miniuten,
De (ademanalyse)grenswaarde bij alcohol ligt volgens § 24a Abs. 1 StVG bij 0,25 mg/l: tot een ademalcoholgehalte (AAG) van 0,25 mg/l (of 0,5 promille bloedalcoholgehalte (BAG)) bestaat een vermoeden van ‘Fahruntüchtigkeit’. Dit vermoeden kan gesterkt worden door 'alkoholtypische Ausfallerscheinungen'. Alsdan is sprake van een 'relative Fahruntüchtigkeit', en zal ook dan tot een Fahrverbot leiden.
Vanaf een bloedalcoholgehalte (BAG) van 0,5 promille wordt de Fahruntüchtigkeit aangenomen. Ondeugdelijk om een motorvoertuig te besturen bent U bij 1,1 promille ('absolute Fahruntüchtigkeit'); deze 'absolute Fahruntüchtigkeit' is niet voor tegenbewijs vatbaar (de afwezigheid van Ausfallerscheinungen is dan dus niet meer relevant), aldus de Bundesgerichtshof (BGH). Voor chauffeurs die de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt hebben geldt een absoluut verbod (0,0 promille).
Let wel:
De absolute Fahruntüchtigkeitsgrenze van 1,1 promille BAG geldt enkel voor bestuurders van motorvoertuigen. Voor fietsers ligt deze BAG-grens bij 1,6 promille; dit laatste geldt trouwens ook voor de bestuurders van een Pedelec (Pedal Electric Cycle) en een elektrische step, althans indien en voorzover de snelheid van de elektromotor begrensd is tot 25 kilometer per uur. Dergelijke voertuigen zijn strafrechtelijk geen motorvoertuigen in de zin van het Straßenverkehrsrecht (OLG Karlsruhe, (Hinweis)Beschluss vom 14.07.2020, 2 Rv 35 Ss 175/20).
Dit impliceert dat Power- of S-Pedelecs hier buiten vallen; zij overschrijden de 25 km/u en rijden tot wel 45 km/u; soms zelfs nog sneller. Dergelijke voertuigen zijn Kleinkrafträder, en dus moet de bestuurder onder andere: minimaal 16 jaar oud zijn, in het bezit zijn van een rijbewijs klasse AM, een helm dragen etc..Voor hem gelden de normale promille-grenzen (0,5 promille c.q. 1,1 promille).
Grenswaardes kunnen natuurlijk heel vervelend uitpakken; wie een grenswaarde maar minimaal overschrijdt hoeft in Duitsland niet te rekenen op een milde(re) bestraffing. Ook bij een BAG van 0,54 promille volgt zonder meer een forse boete (Geldstrafe) en een Fahrverbot. Overschrijding met 0,04 promille is dus geen 'Härtefall' als bedoeld in § 25 Abs. 1 S. 2 StVG (Straßenverkehrsgesetz) die een mildere bestraffing rechtvaardigt. Wanneer geen 'besondere Umstände' zoals bedoeld in § 24a Abs. 1 StVG van toepassing zijn, kan/mag de rechter niet van het gebruikelijke 'Regelfahrverbot' zoals opgenomen in de Bußgeldkatalogverordnung (BKatV), (i.c. 1 maand) afwijken, aldus het Oberlandesgericht Bamberg (Beschluss vom 29.10.2012, 3 Ss OWi 1374/12). Er is dus maar een kleine 'Ermessensspielraum' (i.e. plaats voor redelijkheid en billijkheid), bijvoorbeeld bij 'drohende Existenzverlust des Betroffenen'.

De parkeerplaats

Menigeen is na een avondje stappen in Duitsland niet meer in staat om zelf naar huis te rijden, en doet dat dan ook wijselijk niet. Sommigen nemen dan een taxi of het openbaar vervoer. Een enkeling overnacht in zijn auto. Ook dat laatste kan een goede beslissing zijn: het is immers niet verboden om in de auto te overnachten.

Maar soms komen deze 'nachtvlinders' alsnog van een koude kermis thuis: in aangeschoten of dronken toestand wordt plaatsgenomen achter het stuur, en bijna automatisch gaat dan ook de sleutel in het contactslot. Soms wordt de motor gestart om nog even op te warmen. Ook wordt de auto misschien enkele meters verplaatst om niet onder die vervelende lamp te staan.

Een veel voorkomend misverstand is dat in al die gevallen niets aan de hand is. Er wordt toch niet 'echt' gereden, en de auto is toch geparkeerd langs de openbare weg of op een parkeerterrein?

Helaas, parkeerhavens en vrij toegankelijke parkeerterreinen behoren net zo tot de 'öffentlicher Verkehrsraum' (openbare (verkeers)ruimte) als de openbare weg zelf, en dus kan in al deze gevallen sprake zijn van een 'deelnemen aan het verkeer'. Dus gelden ook hier de verkeersregels inzake alcohol in het verkeer.

Bij het verplaatsen van het voertuig ligt dat eigenlijk wel voor de hand. Het geldt echter ook voor het enkele starten van de auto.

Het in beschonken toestand plaatsnemen achter het stuur en/of het enkele steken van de sleutel in het contactslot wordt al snel uitgelegd als een poging tot rijden onder invloed (§ 316 I StGB), met alle gevolgen van dien.

Deze gevolgen bestaan in de regel uit een rijverbod (Fahrverbot) of een ontzegging van de rijbevoegdheid (Führerscheinentzug) en geldstraf.
Echter, indien de verdachte aannemelijk kan maken dat hij niet daadwerkelijk aan het verkeer wilde deelnemen, dan zou dat wel eens een ontzegging kunnen schelen (aldus het Amtsgericht Verden in een Beschluss van 04.12.2013 (Az.: 9a Gs 924 Js 43392/13 (3757/13)). Dat kan bijvoorbeeld middels getuigen, of door feiten of omstandigheden (bijvoorbeeld slaapzak op de achterbank, etc.).

Drugs in het verkeer

Drugs
In § 24a Abs. 2 StVG wordt naar de analytische (bloed)grenswaardes voor werkzame stof drugs verwezen. Hogere waardes leiden per definitie tot een ontzegging van de rijbevoegdheid. Dit impliceert zeker niet, dat bij lagere waardes geen consequenties te duchten zijn. Meer in het bijzonder houdt het niet in, dat een aangetroffen hoeveelheid werkzame stof onder deze waardes toegestaan is.
Bij cannabis-gebruik geldt bijvoorbeeld een (bloed)grenswaarde van 1,0 ng/ml THC (cannabis). Gebruik van harddrugs in het verkeer, zoals cocaïne, is sowieso verboden, en leidt per definitie tot ontzegging van de rijbevoegdheid. Dit kan zelfs gebeuren voor een bewezen gebruik van maanden, of jaren, geleden!
In alle gevallen van (illegaal) drugsgebruik wordt de gebruiker aangemerkt als "ungeeignet zum Führen von Kraftfahrzeugen". Zelfs een niet-bestuurder/bijrijder kan bij bezit geconfronteerd worden met een Entziehung der Fahrerlaubnis. Echter, bij gebruik van medicinale cannabis kan sprake zijn van legaal drugsgebruik, en hoeft e.e.a. niet per definitie tot een Fahrverbot of Führerscheinentzug te leiden.
Zie ook de bijdrage over het Betäubungsmittelstrafrecht
Analytische (bloed)grenswaardes in het Straßenverkehrsgesetz (§ 24a Abs. 2 StVG):

  • Amfetamine: 25,0 ng/ml Amfetamin
  • Cannabis: 1,0 ng/ml Tetrahydrocannabinol (THC)
  • Heroin: 10,0 ng/ml Heroinhydrochlorid
  • Kokain: 75,0 ng/ml Benzolecgonin
  • Metamfetamin: 25,0 ng/ml Metamfetamin
  • Methylen-Dioxy-Amphetamin (MDA), Methylen-Dioxy-Ethyl-Amphetamin (MDE), Methylen-Dioxy-Meth-Amphetamin (MDMA): 25,0 ng/ml
  • Morphin: 10,0 ng/ml Morphin
Wat voor alcohol geldt, geldt ook voor drugs: ook een eenmalig gebruik van cannabis ("Probierkonsum") kan tot gevolg hebben dat de gebruiker/bestuurder "ungeeignet zum führen von Kraftfahrzeugen" geacht wordt. Gevolg: Aberkennung der Fahrerlaubnis (= Führerscheinentzug), gevolgd door een verplichte MPU.
Dubbele bestraffing?
Vervolgens kan iets gebeuren dat menigeen (Duitser en buitenlander) niet begrijpt: de rechter (in een Strafsache) of de Verwaltungsbehörde (in een Ordnungswidrigkeiten- c.q. Bußgeldverfahren) legt bij alcoholmisbruik, en zeker bij drugsgebruik, wegens de overtreding een geldboete en een Fahrverbot (van 1-3 maanden (door Ordnungsamt)) op; en vervolgens komt het bevoegde Ordnungsamt (Fahrerlaubnisbehörde/Führerscheinstelle) ook nog eens met een Entziehung der Fahrerlaubnis.

Dit voelt voor de betrokkene als een dubbele bestraffing. Juridisch is het dat echter niet.

De geldboete en het Fahrverbot zijn inderdaad straffen; de Entziehung der Fahrerlaubnis is dat echter niet. De Entziehung der Fahrerlaubnis is een puur administratiefrechtelijke beslissing, die louter en alleen ziet op de beoordeling van de geschiktheid (Eignung) van de betrokkene om (in Duitsland) aan het verkeer deel te nemen.
Bij harddrugs en bij een THC-gehalte van meer dan 2,0 ng/ml wordt die geschiktheid per definitie ontkend: blijkbaar is de betrokkene niet in staat om het gebruik van verdovende middelen en het besturen van een (motor)voertuig te scheiden. Wellicht is zelfs sprake van een afhankelijkheid/verslaving. Echter, een mogelijke ongeschiktheid is er al vanaf een THC-gehalte van 1,0 ng/ml.
De logische consequentie hiervan moet dan ook zijn: Führerscheinentzug. Middels een eventuele MPU kan vervolgens vastgesteld worden of de betrokkene alsnog geschikt is.

In het Bußgeldverfahren zelf wordt dus niet over de Fahreignung des Betroffenen beslist (aldus het OVG Mannheim, Beschluss vom 12.09.2005 (10 S 1643/05).
Het OVG Magdeburg voegde daar nog aan toe: "Ein Fahrverbot nach § 25 StVG und die Entziehung der Fahrerlaubnis nach § 3 Abs. 1 StVG stellen keine Doppelbestrafung dar." (OVG Magdeburg, Beschluss vom 16.10.2009 (3 M 575/08).

Overigens gelden bovenstaande overwegingen inzake de grenswaardes alleen voor strafrechtelijke beoordeling van een en ander in het Straf(Befehls)verfahren en Ordnungswidrigkeitenverfahren.

De Fahrerlaubnisbehörde is niet aan grenswaardes gebonden: zij heeft een beoordelingsplicht. Het is dan ook mogelijk, dat de Fahrerlaubnisbehörde ook bij lagere waarden een betrokkene als "ungeeignet" classificeert, en alsnog overgaat tot een Entziehung der Fahrerlaubnis en het verplicht stellen van een MPU. Hiertegen kan dan wel weer administratiefrechtelijke gereageerd worden middels een Klage bij het Verwaltungsgericht.

Nederlandse situatie

Overigens, helemaal vreemd of nieuw is het voorgaande ook voor Nederlanders niet: het Nederlandse CBR kan in feite in soortgelijke gevallen nagenoeg hetzelfde opleggen: een verplicht onderzoek naar het drugsgebruik, in combinatie met een tijdelijke schorsing van de rijbevoegdheid (art. 131 WVW 1994 jo. artt. 5,6 en 23 lid 1 sub f en Bijlage I, onder B, onderdeel III Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011).
MPU
Medizinisch-Psychologische Untersuchung
Heeft U nog vragen? Laat het ons weten via het contact-formulier.