Tenuitvoerlegging buitenlands strafvonnis in Nederland

Op het moment dat een in het buitenland veroordeelde Nederlander c.q. Nederlands ingezetene wordt overgeleverd aan Nederland, teneinde in Nederland zijn buitenlandse gevangenisstraf te ondergaan, gelden uitsluitend de Nederlandse regels voor de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.).
Dit kan er onder omstandigheden toe leiden, dat de betrokkene uiteindelijk de facto zwaarder gestraft is, dan wanneer hij zijn straf in de beslissingsstaat zou hebben ondergaan, en dus in het buitenland voor de betreffende v.i.-regeling in aanmerking zou zijn gekomen.

In Duitsland zouden de regelingen
Halbstrafe en Zweidrittelstrafe om de hoek komen kijken.

In zo'n geval van "strafverzwaring" kan de veroordeelde aan de Minister van Justitie en Veiligheid verzoeken zijn v.i.-beslissing te herzien (art. 6:2:10 lid 4 onder a Sv.).
Desnodig kan de veroordeelde zich bij een onwelgevallige beslissing van de Minister wenden tot de civiele rechter (Voorzieningenrechter) als "rest-rechter" (onrechtmatige overheidsdaad) of op dezelfde gronden gratie verzoeken.

Begin 2025 heeft de Hoge Raad over deze problematiek een tweetal arresten gewezen:
  • ECLI:NL:HR:2025:88
  • ECLI:NL:HR:2025:89