Hyperlink-jurisprudentie: linken naar onrechtmatige upload

Een eenvoudige hyperlink naar een auteursrechtelijk beschermd werk op internet, waarop inbreuk is gemaakt, is niet per definitie zelf een inbreuk op het auteursrecht van de rechthebbende. Wel is een dergelijke link onrechtmatig, want in strijd met de in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid (jegens de auteursrechthebbende). De link an sich is echter geen ‚openbaarmaken’ in de zin van art. 12 Auteurswet. Dit is in het kort het oordeel van het Gerechtshof Amsterdam in de recentste hyperlink-jurisprudentie (Hof Amsterdam, 13.01.2013). Op 12.09.20112 oordeelde de Rechtbank Amsterdam in een vergelijkbare zaak nog anders: ook de hyperlink is een openbaarmaking.

Initiatiefwet verbetering positie huurders bedrijfsruimte

Het huurrecht is constant in beweging. Inmiddels is een initiatiefwet in voorbereiding die de positie van huurders van winkelruimte beter moet beschermen. Bij zogenaamde art. 290-bedrijfsruimte (zeg winkelruimte) is de gebruikelijke looptijd 5 jaar + 5 optiejaren voor de huurder. In de initiatiefwet wordt het verboden voor de verhuurder om de huur op te zeggen aan het einde van de eerste huurperiode omdat hij wil gaan renoveren. Mag toch worden opgezegd voor een voorgenomen renovatie, dan zal de verhuurder aan de huurder een bijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten dienen te voldoen. De ingangsdatum van dit voorstel is nog niet bekend.

Langere bedenktijd bij verkoop op afstand

Naar alle waarschijnlijkheid wordt per 13.06.2014 de wettelijke minimum bedenktijd (zichttermijn) voor consumenten bij verkooptransacties op afstand (zeg: bij koop en verkoop via internet, telefoon, post of fax) verlengd van 7 werkdagen naar 14 kalenderdagen. Een consument kan dus dan een aankoop binnen 14 kalenderdagen na ontvangst, zonder opgaaf van redenen, terugsturen (terugzendrecht). Bij leden van Thuiswinkel.org (Thuiswinkel Waarborg) wordt die langere termijn nu al gehanteerd.

Netneutraliteit

De overheid wil dat alle internetgebruikers vrij toegang hebben tot alle informatie op internet. Dit heet ‚netneutraliteit’. Providers moeten derhalve alle soorten internetverkeer gelijk behandelen, Providers mogen sinds 01.01.2013 concurrerende internetdiensten en applicaties, zoals Skype, Viber en WhatsApp, niet meer blokkeren of vertragen, en hiervoor ook geen extra geld vragen. Nieuwe contracten die na 01.01.2013 worden afgesloten moeten netneutraal zijn; oudere contracten moeten per 01.01.2014 netneutraal zijn. (Bron: Rijksoverheid.nl)

Wet bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties

Als het aan de Regering ligt wordt per 16.03.2013 het wetsvoorstel ter uitvoering van de Richtlijn late betalingen (RL 2011/7/EU) ingevoerd: Wet bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze wet beoogd niet de invoering van een wettelijke minimum betaaltermijn bij handelstransacties, maar het vastleggen van een termijn voor B2B-facturen waarvoor geen betaaltermijn is overeengekomen. Dergelijke facturen moeten dan na ommekomst van 30 dagen na factuurdatum voldaan zijn. Uiteraard blijft het partijen vrij staan om een afwijkende betaaltermijn af te spreken. Zo mag dan ook nog steeds vooruitbetaling bedongen worden. Bij (schriftelijke) overeenkomst mag zelfs een betaaltermijn van maximaal 60 dagen overeengekomen worden. Een nog langere betaaltermijn zal alleen overeengekomen mogen worden als die langere termijn voor geen beide partijen nadelig is.

Doorvoering relativiteitsvereiste in bestuursrecht

Met de invoering van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht wordt het al eerder geïntroduceerde ‚relativiteitsvereiste’ verder doorgevoerd in het bestuursrecht: de burger moet voortaan niet alleen rechtstreeks getroffen zijn in zijn eigen belang om toegang tot de bestuursrechter te krijgen, maar de beweerdelijk geschonden norm moet eveneens strekken tot bescherming van zijn belangen. De vraag is nu of burgers voortaan nog wel voldoende middelen hebben om tegen ieder willekeurig bestuursbesluit in rechte op te komen.

Grote Kamer Bestuursrecht

Op 01.01.2013 is in werking getreden de Wet aanpassing bestuursprocesrecht. Vanaf die datum is in het bestuursrecht een nieuwe werkwijze in een beperkt aantal zaken geïntroduceerd voor de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven: zaken kunnen dan namelijk worden verwezen naar een ‚Grote Kamer’ van vijf leden, en er kan - net zoals in het civiele- en strafrecht - een conclusie worden gevraagd aan een advocaat-generaal. De eerste advocaat-generaal is prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven van de Universiteit van Utrecht.

Invoering Herziening Gerechtelijke Kaart

Op 01.01.2013 is in werking getreden de (wijziging) Wet op de rechterlijke indeling, Wet op de rechterlijke organisatie en nog een aantal daarmee samenhangende regels. Een en ander is beter bekend onder de naam Wet Herziening Gerechtelijke Kaart (Staatsblad 2012, 313). De wijziging impliceert de vermindering van het aantal arrondissement (van 19 naar 10, en over enkele maanden naar 11) en gerechtslocaties (van 54 naar 32), en Gerechtshoven (van 5 naar 4). Daarnaast wordt binnen de ook qua naam gewijzigde Rechtbanken het zogenaamde ‚sectormodel’ (sector civiel, sector bestuur, sector straf, sector Kanton etc.) weer afgeschaft, en wordt een afzonderlijke Kantonkamer (kamer voor kantonzaken) ingevoerd. Voor de justitiabelen is verder van groot belang de wijziging van de zaaksverdelingsreglementen (per Rechtbank verschillend overigens).
Nadere informatie is vinden op De Rechtspraak.