Tenuitvoerlegging buitenlands strafvonnis in Nederland

Op het moment dat een in het buitenland veroordeelde Nederlander c.q. Nederlands ingezetene wordt overgeleverd aan Nederland, teneinde in Nederland zijn buitenlandse gevangenisstraf te ondergaan, gelden uitsluitend de Nederlandse regels voor de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.).
Dit kan er onder omstandigheden toe leiden, dat de betrokkene uiteindelijk de facto zwaarder gestraft is, dan wanneer hij zijn straf in de beslissingsstaat zou hebben ondergaan, en dus in het buitenland voor de betreffende v.i.-regeling in aanmerking zou zijn gekomen.

In Duitsland zouden de regelingen
Halbstrafe en Zweidrittelstrafe om de hoek komen kijken.

In zo'n geval van "strafverzwaring" kan de veroordeelde aan de Minister van Justitie en Veiligheid verzoeken zijn v.i.-beslissing te herzien (art. 6:2:10 lid 4 onder a Sv.).
Desnodig kan de veroordeelde zich bij een onwelgevallige beslissing van de Minister wenden tot de civiele rechter (Voorzieningenrechter) als "rest-rechter" (onrechtmatige overheidsdaad) of op dezelfde gronden gratie verzoeken.

Begin 2025 heeft de Hoge Raad over deze problematiek een tweetal arresten gewezen:
  • ECLI:NL:HR:2025:88
  • ECLI:NL:HR:2025:89
  • Wettelijke handelsrente: waarover verschuldigd?

    De wettelijke handelsrente is alleen verschuldigd over de primaire geldelijke tegenprestatie bij handelsovereenkomsten. Zij ziet mitsdien niet op andere geldelijke verplichtingen uit dergelijke overeenkomsten, zoals op een vordering uit onverschuldigde betaling (HR 30.10.2020; ECLI:NL:HR:2020:1710).

    Nederlandse toevoeging voor Duitse Rechtsanwalt

    Op 17.01.2018 heeft de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2018:98) beslist, dat een Duitse Rechtsanwalt, die (dus) niet is ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand, onder bijzonder omstandigheden (art. 16 Wrb) een Nederlandse toevoeging kan aanvragen/verkrijgen voor de belangenbehartiging van een Duitse cliënte tegenover een Nederlandse partij/instantie.

    Onterechte 'MWSt.' (Duitse BTW)

    Steeds vaker komen ze bij ons voorbij: Nederlandse ondernemers, die in Duitsland dure zaken kopen en vervolgens geconfronteerd worden met onterecht in rekening gebrachte Mehrwertsteuer (MWSt.), dus Duitse BTW. Deze MWSt. had in feite door de verkopende partij naar de kopende partij verlegd moeten worden. Als de MWSt. (19%) gewoon op de factuur vermeld staat, en de Nederlandse ondernemer de MWSt. vervolgens in Duitsland wil terugvorderen, krijgt hij van het Bundeszentralamt für Steuern de kous op de kop: het verzoek tot teruggave wordt afgewezen, en wel omdat sprake is van een intracommunautaire levering naar § 6a Umsatzsteuergesetz (UStG), en een dergelijke levering is onbelast. Ergo, de verkopende partij had helemaal geen MWSt. in rekening mogen brengen, en dus wordt het verzoek tot teruggave afgewezen.
    Indien inderdaad sprake is van een belaste verkoop, moet de kopende partij de ten onrechte in rekening gebrachte MWSt. helaas zelf bij de verkoper terugvorderen. Is een afwijzende beschikking van het Bundeszentralamt ontvangen, dan dient volledigheidshalve ook een Einspruch tegen de afwijzende beschikking ingediend te worden, en dat binnen 1 maand na datum verzenden Bescheid (beschikking). Intrekken kan altijd nog.